CD Recensies

MALDERE, VAN: SYMFONIEËN NR. 18, 23, 38, 43

Maldere, Van: Symfonieën nr. 18 in A VR. 45, 23 in Es op. 4/5, VR. 57, 38 in D WR. 78, 43 in D VR. 83. Collegium instrumentale Brugense o.l.v. Patrick Peire. Eufoda 1206  (52’24”). 1994
 
De in Brussel geboren en vrij jong gestorven componist Pieter van Maldere (1729 - 1768) behoorde tot de eersten die de weg van barok naar classicisme openden. Hij begon zijn muzikale opleiding als koorknaap aan het hof van Charles van Lorraine, had vermoedelijk vioolles van DE Croes en werd in 1747 violist aan het hof In een document uit 1746 wordt hij genoemd  als tweede violist en in 1749 werd hij leider van dat ensemble. Hij onderhield een goede relatie met Lorraine die hem in staat stelde om concertreizen te maken naar Dublin en Parijs. Zijn muziek werd gepubliceerd en hij ging ook muziek voor het theater schrijven.
Maar het historisch belang van deze van Maldere ligt op het terrein van de symfonie. Deze zijn meestal driedelig met een eerste deel dat al iets van de sonatevorm heeft. Tijdgenoten als Johann Adam Hiller roemden vooral de levendige baspartijen. Van Maldere verwerkte in zijn Symfonieën ook volksmuziek. De snelle delen hebben een aantrekkelijk ritmisch profiel en klinken heel onderhoudend. 
Ze worden hier uitgevoerd in kleine bezetting, maar op moderne instrumenten. Dat is reden genoeg om de voorkeur te geven aan de opname op oude instrumenten die de Academy of ancient music o.l.v. Filip Bral maakte van de Symfonieën in g op. 4/1, D op. 5/1, A ‘viola obligata’ en F a 4 (Et’cetera KTC 4036) uit 2000.