Marinuzzi: ‘Palla de’ Mozzi’. Elia Fabbian (b., Palla de’ Mozzi), Leonardo Caimi (t., Signorello), Francesco Verna (b., Il Montelabro), Francesca Tiburzi (s., Anna Bianca), Christian Siatta (bs., Il Vescovo), Andrea Galli (t., Il Mancino), Murat Can Guvern (t., Giomo), Matteo Loi (b., Spadaccia), Luca dall’Amico (bs., Niccolo), Giuseppe Raimondo (t., Straccaguerra) e.a. met het Ensemble van het Teatro lirico de Cagliari o.l.v. Giuseppe Grazioli. Dynamic CDS 7925 (2 cd’s, 2u. 17’51”). 2021
De Italiaan Gino Marinuzzi (1882 – 1945) was een laatromanticus als operacomponist. In 1932 componeerde hij zijn destijds heel succesvolle ‘Palla de’ Mozzi’ waarin het dramatische en tot slot apocalyptische verhaal wordt verteld van Giovanni de’ Medici’s militie van huurlingen, ook wel de ‘Zwarte banden of ‘Bande negre’’ genoemd die werden gecommandeerd door de denkbeeldige figuur Palla de’ Mozzi tijdens de Italiaanse oorlogen in 1521. Die bijnaam was ontleend aan de zwarte rouwkleren die werden gedragen na de dood van paus Leo X. Die huurlingen bestonden voornamelijk uit bereden arkebussiers die tot de beste militairen uit die tijd behoorden. Aanvankelijk waren ze in dienst van Charles de Lannoy en de paus en vochten ze in 1522 in Bicocca en in 1523 in de Sesia. Een geschil over hun soldij maakte dat ze in dienst traden van koning Frans 1 van Frankrijk. Voor hem streden ze onder Richard de la Pole onder diens naam ‘witte roos’ in 1525 in de slag bij Pavia.
Aan het begin van de oorlog van het Verbond van Cognac trachtte de troep te verhinderen dat de keizerlijke landsknechten van Georg Frundsberg Lombadije binnentrokken. Giovanni werd in 1526 de buurt van Mantua gedood door een kanonskogel, maar de formatie bleef verder vechten voor de paus en de Franse koning en ondernam een expeditie naar Napels onder Odet de Foix, vicomte de Lautrec. Deze trok zich terug van het beleg samen met de resten van het Franse leger, werd als gevolg van de pest gedecimeerd en werd in 1528 ontmanteld.
De handeling van de opera speelt zich derhalve af in Toscane ten tijde van de Medici in het kasteel van Montelabro in de buurt van Siena. Dat kasteel wordt belegerd door de ‘zwarte banden’, aangevoerd door de huurling Palla de ‘Mozzi, een meedogenloze en bloeddorstige strijder. Zijn zoon Signorello is verliefd op de schone erfgename Anna Bianca van Montelabro’s fortuin. Op een cruciaal moment tijdens het beleg laat Signorello Anna’s vader vluchten om hem aan een droef lot te laten ontkomen. Voor dat verraad wordt hij door zijn vader ter dood veroordeeld. Maar als zijn soldaten hem dwingen Signorello vrij te laten, verliest hij zijn eer en staat hem niets anders te doen dan zich van het leven te beroven. Daarna staat niets meer het huwelijk tussen Anna en Signorello in de weg.
Dat alles wordt in deze uitvoering dramatisch en beeldend duidelijk gemaakt.