Mahler: Symfonie nr. 5 in cis. Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons. RCO Live RCO 08007 (72’). 2008
Verwoede verzamelaars van los en vast van het Concertgebouworkest hebben er weer een fraai item bij. De eveneens mogelijk verwoede verzamelaars van alle Vijfdes van Mahler door het orkest eveneens. Want ga maar na: het begon met het Adagietto door Mengelberg (Naxos 8.110855), gevolgd door complete opnamen van Haitink (Philips 416.469-2, 442.050-2) uit 1970, de Kerstmatinee uit 1986 op dvd (Philips 442.871-3) en Chailly (Decca 458.880-2) uit 1997.
En nu dan Jansons, ook een heel gereputeerde Mahlervertolker, uit 2008. De uitvoering begint met een prachtige, uitdagende trompetsolo, maar vertoont in het vervolg wat ongelijkmatigheden. Dat is het risico van zaalopnamen. Een orkest kan extra geïnspireerd raken en meer cohesie en spanning oproepen, maar er kunnen even makkelijk kleine inzinkingen optreden. Dat is hier het geval en enig knip en plakwerk om er met fragmenten uit een paar uitvoeringen alsnog het beste van te maken, zijn niet helemaal gelukt.
Mahler is bijvoorbeeld niet gebaat met de tempowisselingen binnen de delen zoals die hier samen met een gemis aan concentratie in de eerste twee delen optreden. Het beroemde adagietto verloopt in een vrij traag tempo, maar is wel heel indringend en ontroerend. De finale slaagde het mooist en brengt de toehoorders tot groot enthousiasme.
Frappant is nog dat de muziek erg mooi ruimtelijk, maar zeker niet bijzonder rijk aan details klinkt, maar dat juist het gekreun van de dirigent zo goed hoorbaar is. Alsof hij een steunmicrofoon pal voor zich had. De dynamiek van de opname had best groter mogen zijn.
De Decca opname van Chailly klinkt briljanter en gedetailleerder.Intussen is het voor wie bij Mahler V het onderste uit de kan wil hebben lastig dringen om de voorrang. Daarbij valt deze nieuwe, op zich mooie opname helaas wat terug en gaat het eerder tussen Chailly en Abbado (DG 437.789-2).