Monteverdi: Vespro della Beata Vergine. Solisten en orkestLa Petite Bande olv Sigiswald Kuijken. Challange Classics CC 76613(2 cd’s, 86’05”). 2008
Met toepassing van de voor de prebarok gebruikelijke instrumenten en enkelvoudig bezette “koren” door de solisten, krijgt een der grootste meesterwerken van de vocale kunst, nl Claudio Monteverdi’s (1576-1643) Mariavespers in de nieuwe vertolking op twee cd’s door La Petite Bande, onder leiding van Sigiswald Kuijken een even transparante als sobere vertolking.
Kuijken heeft de Mariavespers naar eigen zeggen lang voor zich uitgeschoven omdat hij o.a. karakteristieke instrumenten moest ontberen. Dat betekent in elk geval nu een gewetensvolle, niet door romantiserende invloeden bijgekleurde versie, zoals in diverse uitvoeringen van dit meesterwerk, o.a. een op zich overigens heel fraaie Gardinerproductie.
Deze reconstructie daarentegen van de uit 1610 daterende Vespro della Beata Vergine bestaat uit een responsorium, vijf psalmen afgewisseld met vijf motetten, een hymne en één, in plaats van de gebruikelijke twee Magnificats. Ook de antifonen ontbreken, omdat het gregoriaans steeds vaker werd vervangen door andere, meerstemmige compositiesen in de gegeven volgorde, met weglating dus van een der Magnificats.
Of en in hoeverre Kuijkens bewering dat hij daarmee de authentiekeoerversie heeft bereikt, de waarheid is en niets dan dewaarheid, kan ik niet beoordelen, maar de authentieke barokpraktijk van de door de solisten ingevulde ensembleklank – tegenwoordigook meermalen toegepast bij Bach – wordt hier wel met grote zorg entoewijding vervuld. Van verdubbelingen bij de instrumentalepartijen is evenmin sprake, zodat ook in dit opzicht structuur en helderheid van deze muziek zijn gewaarborgd.
Deze sobere en daardoor aanvankelijk ook wat “droog” aandoende uitvoering vergt voor Gardiner- en zelfs Harnoncourtadeptenenig inlevingsvermogen, maar die gewenning loont de moeiteomdat Kuijken c.s. dit meesterwerk zowel in de ensembles als in details wel degelijk innoverend hebben belicht.
De solisten, dus tevens koristen zijn: Gerlinde Säman en Maria Kuijken, sopranen, de mannelijke alten Alessandro Carmignani en Paolo Costa, de tenoren Guiseppe Maletto, Fabio Furnari en Jean-Francois Lombarden de bassen Marco Scavazza, Fulvio Bettini en Valter Testolin.
Een idiomatisch uitgelezen groep, evenals de barok- en renaissance-instrumentalisten van La Petite Bande. Aan de presentatie van deze twee cd’s werd de grootste zorg besteed:Ze zijn in een album gevat met de teksten van de vespers en o.a. een interview met Sigiswald Kuijken door musicologe Jolande van der Klis.Hans Morren leverde prachtige foto’s van de Leuvense St. Pieterskerkvoor dit Challenge-album, al zijn de opnamen gemaakt in de Dominicanenkerk te Leuven, de thuishaven van La petite bande.
Ferd op de Coul