Mozart: Hoboconcerten in G KV 313 en C KV 314; Rondo in C KV 373; 4 Aria’s uit Don Giovanni en 4 aria’s uit Die Zauberflöte. François Leleux met Camerata Salzburg. Sony 88697339432 (70’21”). 2008-10-02
Hoboïsten snakken altijd naar goed repertoire. In de barok werden ze royaal bediend, gedurende classicisme, rococo en romantiek echter veel minder. Dus gaan ze op zoek naar meer of zorgen ze voor bewerkingen. Zo arrangeerde François Leleux, onder meer eerste hoboïst in het Europees kamerorkest en naar ik meen in het Symfonie orkest van de Beierse omroep zelf een aantal opera-aria’s van Mozart, te weten: uit Don Giovanni ‘Lá ci darem la mano’, ‘Non mi dir, bell’idol mio’, ‘Deh vieni alla finestra’ en ‘Fin ch’han dal vino’ en uit Die Zauberflöte ‘Der Vogelfänger bin ich ja’, ‘Dies Bildnis ist bezaubernd schön’, ‘Alles fühlt der Liebe Freuden’ en ‘Ein Mädchen oder Weibchen’.
Van het eerste Fluitconcert BWV 313 gebruikt Leleux die in beide concerten eigen cadensen speelt een bewerking van Welpmann. Zo kon hij al met al een hele concertante hoboschijf met Mozart vullen en hij doet dat op bewonderenswaardige manier. Met alle voordelen van de intussen geïnternationaliseerde Franse school: licht en spiritueel. Camerata Salzburg, doorkneed in Mozart, was heel willig om hem te volgen. Zo ontstond een fraai, vrij uniek boeket samengesteld uit kostelijke muziek, deels in gedaanteverwisseling.