Mozart: Symfonieën nr. 29 in A KV 201, 33 in Bes KV 319, 35 in D KV 385 Haffner, 38 in D KV 504 Praagse en 41 in C KV 551 Jupiter. Mozartorkest o.l.v. Claudio Abbado. Archiv 477.7598 (2cd’s, 147’06”) 2006.
In de jaren kort nadat hij als opvolger van Karajan chef in Berlijn werd, heeft hij daar een aantal symfonieën van Mozart opgenomen. Voor Sony meest met aanvullingen zoals de Maurerische Trauermusik: nr. 25 en 31 op Sony 48385, nr. 23 en 36 op Sony 66859 en nr. 28, 29 en 35 op Sony 48063. In dezelfde tijd verschenen op DG 415.841-2 nr. 40 en 41. Natuurlijk was in principe niet veel mis met die opnamen, maar ze waren niet bijzonder en gingen verloren in de massa. Door Karajan was het Berlijnse orkest ook niet het ideale klanklichaam voor een Mozart met op authentieke uitvoeringspraktijken geënte verklankingen. Door samenwerking met musici uit die hoek raakte de dirigent wel geïnteresseerd in een uitvoeringsstijl die recht deed aan dergelijke verworvenheden.
Parallel daaraan nam Abbado die 26 juni 2008 75 jaar werd initiatieven voor de oprichting en inrichting van nieuwe ensembles, nog steeds met traditioneel instrumentarium, maar waar nodig spelend met de stilistische kenmerken die pasten in dat streven naar authenticiteit. Met voorop het uit het uit het Europees gerecruteerde Chamber orchestra of Europe, daarna het Mahler kamerorkest. Ensembles die hij qua uitvoeringsmogelijkheden tot grote hoogte opstuwde. Een eerste duidelijk blijk van zijn aan de nieuwe inzichten op het gebied van de uitvoeringspraktijk vormde zijn ‘live’ dvd opname van de 9 Beethovensymfonieën op TDK. De soundtracks daarvan zijn intussen door DG ook in gewoon cd formaat uitgebracht (5 cd’s 477.5864) waardoor ze in dit repertoire meteen heel competetief zijn geworden. De eerdere opname met de Berlijners (469.000-2) en mogelijk ook de nog eerdere met het Weens filharmonisch zijn ook meteen ingetrokken.
Als orkestbouwer zette hij de kroon op dat werk met het grootschalige Luzern festival orkest met een mix van solistische of kamermuzikale beroemdheden als de leden van het Hagen kwartet, Sabine Meyer en leden van haar blaasensemble, Jacques Zoon, Valentin Erben en Natalia Gutman, jongeren uit het Europees kamerorkest en oude rotten uit het Berlijns filharmonisch..
Daarmee blijkbaar wat Mozart betreft niet genoeg, richtte hij in 2004 Bologna het Orchestra Mozart op, waarmee hij symfonieën, serenades en concerten van de naamgever gaat uitvoeren. Nog steeds op traditioneel instrumentarium waaraan geen darmsnaren en natuurhoorns te pas komen, maar niettemin: stilgerecht.
Deze dubbel cd is daarvan het eerste hoopgevende blijk, de dubbel cd met de Vioolconcerten een tweede. In de periode 2004 tot 2006 werd een aantal symfonieën uitgevoerd en deze ‘live’ opnamen uit drie verschillende zalen in Bologna en Ferrara zijn daarvan de klinkende vruchten. In tegenstelling tot bij de gelijktijdig verschenen Vioolconcerten speelt het ensemble waarvan de omvang niet is vermeld hier op gangbaar instrumentarium. Maar wat een wereld van verschil met die eerdere uitvoeringen!
Over de precieze samenstelling van het ensemble zijn geen gegevens verstrekt, maar de proporties klinken bescheiden en passend. Net als bij bijvoorbeeld het Europees kamerorkest blijkt maat na maat de enthousiaste inzet. Frisheid en vitaliteit zijn troef, juist ook bij het differentiëren, nuanceren, accentueren en sfeer bepalen. De animo om uitgebreid te vergelijken met de beste voorgangers (authentiek Hogwood/Schröder en Pinnock), ‘standaard’ Böhm, Marriner, Mackerras, Wordsworth, Klemperer bekoelde snel bij het ondergaan van deze telkens raak getypeerde realisaties.
Naar huidige begrippen kan het haast niet mooier. Natuurlijk zit lang niet iedereen meer te springen om dit oververtegenwoordigde repertoire, maar dan nog loont het de moeite kennis te nemen van dit musiceren.