Mahler: Symfonie nr. 6 in a. Londens symfonie orkest o.l.v. Valery Gergiev. LSO Live LSO 0661 (77’13”). 2007
Mahler: Symfonie nr. 6 in a; Henze: Sebastian im Traum. Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons. RCO Live RCO 06001 (2 cd’s, 98’40”). 2005
Drie jobstijdingen bereikten Mahler kort na elkaar: hij ervoer nader over zijn hartkwaal, verloor zijn dochter en zijn positie als chefdirigent van de Weense Staatsopera. In de finale van deze symfonie, die de bijnaam Tragische meekreeg, wordt dat weerspiegeld en gesymboliseerd door drie hamerslagen op een houten kist bij wijze van mokerslagen die de componist troffen. Later schrapte hij een van die slagen, mogelijk om het noodlot niet te tarten.In dit stadium van zijn creativiteit waren leven en werken nauw met elkaar verweven. Nergens anders dan hier geeft de componist echter in zijn drie zuiver instrumentale ‘middelste symfonieën’ de eigen depressies en ondergangsvisioenen zo duidelijk weer als hier.
Dergelijke existentieangsten van een componist die zozeer leed onder zijn eigen tegenstellingen dat hij ze op artistieke wijze trachtte te sublimeren, geeft ruimte aan een breed spectrum van opvattingen bij de herschepping. Leonard Bernstein (Sony en DG, 1988) identificeerde zich daarmee zonder enig emotioneel voorbehoud.
Gergiev, hier na een aantal in ons land bekende ‘live’ Mahleruitvoeringen nu voor het eerst met zijn ‘nieuwe’ orkest als zodanig op cd, volgt tot op zekere hoogte die opvatting. Net als bij Bernstein zorgt de aanwezigheid van publiek voor een extra gebalde lading. Fijnzinnig springt hij niet om met het werk: de aanpak is fel, in briljante kleuren en kent maar weinig uitgediepte verstilde momenten. Gergievs Mahler kent hier nauwelijks Gemächlichkeit, ironie en Weltschmerz. De tempi zijn aan de vlotte kant, maar er is gelukkig wel tijd voor de herhaling van de expositie in I
Hij plaatst mooi het andante voor het scherzo, overeenkomstig Mahlers heroverweging. Hier klinkt een duistere visie op Mahlers partituur, geladen met spanning, drama en bravura, zoals we dat van de dirigent kennen en verwachten. Gelukkig zorgt het tere langzame deel even voor wat ontspanning, maar met de enorme, ruim een half uur durende finale worden we getuige van een doodsstrijd met noodlottige afloop. In hoeverre de dirigent nog kon voortbouwen op de mooie uitvoering en opname van Jansons met hetzelfde orkest uit 2002 (LSO 0038) is moeilijk in te schatten. De Barbican Hall biedt niet de ideale akoestische ambiance voor een optimale opname. De muziek had meer lucht, ruimte mogen meekrijgen en de balans werkt enigszins ten nadele van de houtblazers; bovendien is de baskant nogal zwaar aangezet.
Bijzonder is deze nieuwe Mahler VI zeker, het aanhoren waard ook beslist. Gergievs aanpak is vooral voor Mahlerfanaten nuttig om erbij te hebben, maar voor regelmatig gebruik lijkt de later met het Concertgebouworkest nader gesubstantieerde uitvoering van Jansons’ vertolking veel treffender. Qua opvatting is er weinig gewijzigd in deze tweede versie: het werk klinkt pittig met een mooi marsritme (en de herhaling) in het eerste deel, het gelukkig niet gesentimentaliseerde, maar beeldende andante terecht als tweede deel, daarna een nogal afgemeten scherzo en een emotionele vrij terughoudende, wat de expressie betreft mooi verheven finale zonder overdreven zielesmart.Vroeger waren er best negatieve opmerkingen te maken over al te globale, schetsmatige eigen opnamen van het Amsterdamse orkest, maar deze klinkt somptueus, warm (strijkers!) en gelukkig ook redelijk helder.Met een uitvoeringsduur van 83’47” (tegen de slechts 77’13” van Gergiev) was de Mahlersymfonie niet op één cd onder te brengen, vandaar een noodzakelijke toevoeging.
Gekozen werd voor een nieuw werk: de wereldpremière opname van Henze’s Sebastian im Traum uit 2003/4 naar een aan Adolf Loos opgedragen gedicht van Georg Trakl waarin een nachtbeeld van de omgeving van Salzburg, vermengd met jeugdvisioenen uit een lijkenhuis en herfstsfeer wordt geschilderd, doet het werk alle eer aan. Een bijzondere, waardevolle toegift. De Duitse tekst (zonder vertalingen) is in het begeleidende boekje opgenomen en geeft bij deze direct genietbare quasi programmamuziek meer inzicht in de sfeer.
Voor de antithese van deze verhitte, supertragische opvatting zorgden de verfijnder helderder, analytischer resultaten, maar even dramatische verklankingen van Boulez (DG 477.5684) en Fischer (Channel Classics CCS SA 22905) die beter tegen herhaling bestand zijn. Wat de situatie rond Mahler VI betreft, blijven Boulez, Fischer, Jansons II en Karajan (DG 457.716-2) dus feitelijk toch aanbevelenswaardiger dan Gergiev. Alleen de versies van Fischer en Gergiev hebben van de nieuwkomers het voordeel dat ze op 1 cd pasten.