Mahler: Lieder eines fahrenden Gesellen; 5 Rückert-Lieder; Kindertotenlieder. Respectievelijk Thomas Quasthoff (bariton), Violeta Urmana (mezzosopraan) en Anne Sofie von Otter (mezzosopraan) met het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Pierre Boulez. DG 477.532-9 (61’28”). 2003
Wat Boulez, Urmana, Von Otter en Quasthoff voor en met Mahler ondernemen, speelt zich louter op DG af en ze lijken elkaar geen moment in de weg te zitten. Urmana werkte op 469.526-2 succesvol onder Boulez mee aan het Lied von der Erde, Von Otter en Quasthoff deden met Abbado Des Knaben Wunderhorn (459.646-2) en Von Otter werkte met Gardiner en het NDR symfonie orkest samen in de Lieder eines fahrenden Gesellen en de 5 Rückert liederen.
Hun reputatie op dit gebied was al stevig gevestigd en hier bevestigen ze deze nadrukkelijk opnieuw. Quasthoff heeft meer gevoelens en nuancen op zijn palet dan de jonge Fischer-Dieskau (EMI) en de weke Prey (Philips), alleen Hampson (EMI) blijft bij de rivalen overeind. Voor heel mooie versies met vrouwenstem van deze cyclus zorgden trouwens Baker (EMI), Ludwig (EMI) en Fassbänder (Decca), maar dankzij Boulez is hier zoveel meer aan de hand. Voor de Rückert liederen blijft Baker (die hetzelfde drietal werken als hier op EMI combineert) haast favoriet, al weert Urmana zich uitstekend. En Von Otter is in de Kindertotenlieder wat minder afstandelijk en gedragen dan Baker.
Boulez laat de prachtige orkestraties subtiel, maar kernachtig fonkelen. Prachtige opname, wat wel eens doorslaggevend zou kunnen zijn.