Mahler: Symfonie nr. 2 in c; Debussy: La mer. Eteri Gvazava (sopraan) en Anna Larsson (alt) met het Orfeón Donostiarakoor en het Luzern festival orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 477.508-2 (2 cd’s, 105’30”) 2003
Maar zoals Abbado na herstel van zijn zware ziekte ook Mahlers symfonieën no. 3, 7 en 9 zichzelf overtrof in opnamen die hun voorgangers in de schaduw stelden, is dat ook in nummer twee het geval. Het gaat om een magistrale uitvoering die in 2003 tijdens het Luzern festival werd vastgelegd met een uniek ensemble rond de kern van het Mahler kamerorkest en het Berlijns filharmonisch orkest met verdere inbreng van o.a. de klarinettisten Sabine en Wolfgang Meyer, leden van het Hagen kwartet en celliste Natalia Gutman. Een ensemble op basis van 10 bassen, 16 celli en de rest navenant. Enorme inzet zonder zwaarte echter. In tegendeel, meteen al bij de inzet wordt ieder zweem van theatraliteit vermeden. Het gaat hem niet zozeer om de strijd tussen tegenstrijdige emoties aan het oppervlak als wel om het ophelderen en invullen van symfonische structuren. Toch komt steeds het drama van het ogenblijk ook goed uit, maar de energie wordt steeds van binnenuit gewekt en niet van buitenaf opgelegd. Zoveel engagement en zoveel begrip en gezag zijn iets om te koesteren, naast de opnamen van bijvoorbeeld Haitink, Rattle, Klemperer, Jansons, Kaplan en Chailly..
Gek genoeg had Abbado blijkbaar nooit eerder dit werk opgenomen. Maar in 2003 gaf hij er met het Luzern festival orkest een verklanking van die overrompelend is. Wat het meeste indruk maakt is de combinatie van verfijning en vloeiende lijnen met een heldere belichting van binnenuit, een verscheidenheid van orkestrale klank en kleur met onverholen blijken van soms dreigende verwoestende kracht. Dat alles letterlijk groots door een hoogst geëngageerd ensemble, zoals gezegd vol ‘vrijwillige’ beroemdheden (en met wat Nederlandse inbreng). Het resultaat is nu eens lieflijk als een uitrollend mediterraan golfje, dan weer woest en kolossaal als een Atlantische stormgolf. Naast Haitink (Philips), Karajan (DG) en Boulez (DG) overtuigt Abbado haast nog meer in dit werk.