Massenet: Thaïs. Renée Fleming (Thaïs), Thomas Hampson (Athanaël), Giuseppe Sabbatini (Nicias), Stefano Palatchi (Padémon), Marie Devellereau (Crobyle), Isabelle Cals (Myrtale), Enkeledja Shkosa (Albine), Elisabeth Vidal (charmeuse), David Grousset (serviteur) met het operakoor Bordeaux en het Bordeaux-Aquitaine nationaal orkest o.l.v. Yves Abel. Decca 466.766-2 (2 cd’s, 146’47”). 1998
Tot deze opname verscheen was het enigszins behelpen met deze opera op cd. Het probleem schuilt vooral in de bezetting van de titelrol en het engagement van de dirigent. Noch Sills en Maazel (EMI 565.479-2) uit 1976, noch Mei en Viotti (Dynacord CDS 427) met een verder Italiaanse bezetting overtuigde geheel.
Maar hier wordt aan alle eventuele twijfels en beperkingen een radicaal eind gemaakt. Fleming beschikt over een prachtige, royale sopraan met reserves in het hoogste register, toont persoonlijkheid, ze beschikt over een sensueel legato en neemt in behoorlijk Frans met gemak alle horden. Zij is de momenteel ideale bezetting van deze rol.
Gelukkig is de Athaniël van Hampson in vocaal en expressief opzicht gelijkwaardig aan haar en hun beroemde duet behoort tot de hoogtepunten van deze opname. Hooguit de duisterder kant van zijn rol blijft bij Hampson wat onderbelicht. De overige rollen zijn goed tot zeer goed bezet, het koor is mooi echt Frans, het orkest klinkt ook als zodanig, maar heeft niet echt het niveau van een topklasse ensemble. Doch dat is een geringe smet op een verder zeer goed geslaagd geheel. In de overbekende ‘Méditation’ is overigens de fraaie vioolsolo van Renaud Capuçon.