CD Recensies

MENDELSSOHN: PIANOTRIO'S NR 1 EN 2, WANDERER TRIO

Mendelssohn: Pianotrio’s nr. 1 in d op. 49 en 2 in c op. op. 66. Trio Wanderer. Harmonia Mundi HMC 90.1961 (53’09”). 2007

 

Grappig, ineens die hausse in cd opnamen van Mendelssohns pianotrio. Binnen een jaar verschenen naast deze nieuwkomer opnamen van Florestan trio (Hyperion CDA 67485), het trio Fischer/Müller-Schott/Gilad (Pentatone PTC 5186085).

Belangrijker is het om vast te stellen dat de tijden voorbij zijn waarin deze trio’s – met zoveel andere muziek van Mendelssohn – routineus werden behandeld als al te licht en vooral effectvol. Intussen toont het ene ensemble na het andere aan dat onder het gladde, briljante oppervlak van deze muziek best diepere expressie schuilt.

Het inmiddels gevestigde Franse Trio Wanderer weet hier klassieke gratie fraai te combineren met romantisch vuur, terwijl de pianist zich bewust is dat hij zijn partners liefst niet teveel moet domineren. Met zijn onvergetelijke cellosolo is het eerste trio altijd populairder geweest dan het tweede, maar in een zo subtiele zowel als gepassioneerde vertolking als hier is dat tweede ineens minstens zo belangrijk.

De aanpak is in zoverre typisch Frans, dat luciditeit en verfijning steeds de overhand hebben. De pianist speelt zangerig en articuleert verfijnd. Vergeleken met de onstuimige Fischer c.s. klinkt het resultaat wat soberder. Meteen valt ook op hoe zorgvuldig de dynamische verhoudingen kloppen. Het ontbreekt gelukkig niet aan echte pianissimi. Het langzame deel van het eerste trio krijgt hier het karakter van een Lied ohne Worte in lange frasen, het scherzo is vrijzwevend en in de finale wordt het poco tranquillo mooi in acht genomen voordat het stuk in vliegende vaart naar zijn eind jaagt.

Het tweede trio slaagde niet minder mooi. De barcarolle ademt onschuld en het scherzo krijgt iets van een nocturme; de finale vormt een impulsieve apotheose.

Een uitgave om zeker te proberen naast de beide andere hier genoemde want hij heeft zo zijn eigen grote pluspunten. Al met al raakt de eertijds beroemde versie van het Beaux Arts trio (Philips 475.151-2) nu wat op de achtergrond.