Mendelssohn: Symfonieën nr. 4 in A op. 90 Italiaanse (oorspronkelijke en herziene versie) en 5 in D op. 107 Reformatie. Weens filharmonisch orkest o.l.v. John Eliot Gardiner. DG 459.156-2 (76’49”). 1996/8
Nadat hij zich intensief had beziggehouden met die andere vierde symfonie (van Schumann), wijdde Gardiner zich vervolgens aan Mendelssohns Italiaanse. Het verhaal is als volgt: in 1834, het jaar nadat de vierde zijn première in Londen had beleefd, herzag Mendelssohn het tweede, derde en vierde deel; over het eerste deel koesterde hij twijfels en toen hij in 1847 stierf werd besloten de oerversie – die nu algemeen bekend is - te publiceren. De verrassing over de nu beschikbare oerversie uit 1833 is daar niet minder groot om. Het werk zoals we het nu kennen klinkt in het algemeen gladder met vlakkere melodielijnen en het is goed nu ook de geprononceerder eerste gedachten ter vergelijking te hebben. Alle drie de interpretaties verlopen in vlotte tempi en zijn redelijk luchtig van aanpak met veel kostelijke details en veel ritmische vaart. Een interessante opname die een plaatsje verdient naast Abbado’s ‘gewone’ maar even fijne lezingen van deze werken, ook op DG.