Miaskovsky: Vioolconcert in d op. 44; Tchaikovsky: Vioolconcert in D op. 35. Vadim Repin met het Kirov orkest o.l.v. Valery Gergiev. Philips 473.343-2 (71’48”). 2002
Nikolai Miaskovsky (1881-1950), leerling van Liadov en RImsky-Korsakov, is in het Westen altijd een grote onbekende gebleven. Zijn roem in Rusland moet behoorlijk groot zijn geweest en was mogelijk meer gebaseerd op de kwantiteit dan op de kwaliteit van zijn werken. Hij schreef immers liefst zevenentwintig symfonieën (die voor een groot deel door Olympia en Marco Polo zijn opgenomen) en dertien strijkkwartetten.
Zijn nostalgieke, elegische celloconcert is in elk geval wel de moeite waard, getuige de opname van Maisky (DG 449.821-2) en ook het nadrukkelijk lyrische vioolconcert uit 1939 verdient het gehoord te worden. Oistrakh had het op zijn repertoire (Pearl GEMMCD 9295) en nu wordt het opnieuw aan de vergetelheid ontrukt door Repin, die het zowel zonnige als melancholieke karakter van het werk precies raak weet te treffen.
Onverwacht spectaculair mag zijn interpretatie van het Tschaikovskyconcert worden genoemd. Wie dacht dit werk van binnen en buiten te kennen, moet maar eens naar hem luisteren om zich opnieuw te laten verbluffen. Met zoveel vuur, zo gloedvol en virtuoos en met zo’n noblesse heeft het werk zeker maar zelden geklonken. Gergiev gaat daarin met tomeloze energie geheel mee en maakt ook van de begeleiding een feest. Repin stelt hiermee zijn vorige opname (Erato 4509-98537-2) in de schaduw.
Met alle respect voor Vengerov (Teldec 09027-46743-2), Chang (EMI 754.753-2), Chung (Decca 448.107-2) en MIdori (Sony 68338): Repin is hen nu de baas.