CD Recensies

MOZART: CLEMENZA DI TITO, JACOBS

Mozart: La clemenza di Tito. Mark Padmore, Bernarda Fink, Alexandrina Pendatchanska, Suhae Im, Marie-Claude Chapuis en Sergio Foresti met het RIAS kamerkoor en het Freiburgs barokorkest o.l.v. René Jacobs. Harmonia Mundi HMC 90. 1923/4 (2 cd’s, 120’15”) c.q. HMC 801923/4 (2 sacd’s). 2006

 

Met binnen korte tijd nieuwe opnamen van Steinberg (RCA 82876-83990-2), Mackerras (DG 477.597-2) en ook Jacobs heerst een kennelijke hausse in Mozarts laatste opera (seria). En dat terwijl er zulke mooie versies van Gardiner (DG 431.806-2) en Harnoncourt (Teldec 4509-90857-2) voorhanden waren.

Wat is de toegevoegde waren van de inbreng van Jacobs en de zijnen? Wat is er zo bijzonder aan en zitten daar ook nadelen aan vast? De dirigent houdt een sterk pleidooi voor Metastasio’s dramaturgie en maakt Mozarts muziek daaraan haast ondergeschikt. Dat blijkt meteen al in de ouverture waar hij de contrasten steviger dan gewoonlijk aanzet en het tempo nogal elastisch behandelt. Later zijn ook telkens heel vrijelijk versieringen aangebracht. Dat kan men waarderen als extra verbeeldingsvol of veroordelen als slecht tegen herhaling bestand zijnde gemaniëreerdheden. De finale – het prachtige kwintet – van de eerste akte verloopt ook wel erg jachtig.

Meer lof en dus waardering verdient de inbreng van de zangers met Padmore als een haast al te milde maar verder goed gekarakteriseerde Titus, de onbekende warmklinkende mezzo Pendatchanska als een vrijwel louter van drama vervulde Vitellia en Bernarda Fink als geloofwaardig wanhopige, klaaglijke, maar best ontroerende Sesto.

Wie valt voor Jacobs’ opvatting is goed af met deze opname, wie twijfelt of zijn gewilde aanpak zich op termijn niet tegen hem zal keren, is het beste af met Mackerras of Gardiner.