Mendelssohn: Vioolconcert in e op. 64; Pianotrio’s nr. 1 in d op. 49 en 2 in c op. 66. Leonidas Kavakos met Camerata Salzburg, c.q. Leonidas Kavakos (v), Patrick Demenga (vc) en Enrico Pace (p). Sony 88697-433003-2 (2 cd’s, 28’08” en 55’45”) 2008
Dit zal de Kavakos fanclub bevallen: als er dan toch zondig nieuwe opnamen van het Vioolconcert en de Trio’s moeten worden gemaakt, dan zodanig dat er een echt nieuw licht op deze werken wordt geworpen. Het Vioolconcert begint als een Mendelssohn light met een wat dunne, heldere solotoon en een niet te groot begeleidend ensemble van ongeveer veertig musici. De verrassingen komen daarna met de vrijheden die Kavakos zich gunt. Wat vroeger eigenlijk verboten was neemt hij gedurfde expressieve rubati en maakt in de lyrischer momenten vrije vluchten die nieuw zijn.
Het werk klinkt daardoor ongemeen expressief, is prachtig uitgewerkt en glanst in een nieuw licht. Of dat op langere termijn overtuigt, is nog de vraag. Uw recensent is echter verrukt, ook al is dit typisch iets voor het nuttigen op zon- en feestdagen. Oordeel vooral zelf! Voor alledaagse consumptie blijven vooral Chung (Decca 460.976-2), Chang (EMI 556.418-2), Jansen (Decca 465.769-2) en Perlman (Teldec 0630-15870-2) van groot belang.
In de beide Pianotrio’s horen we een hecht ensemble dat subtiel en gepassioneerd musiceert. In deze rijpere werken klinkt Mendelssohn hier jeugdiger dan ooit. Tempo en virtuositeit zijn in de snelle zeer te bewonderen. Julia Fischer, Daniel Müller-Schott en Jonathan Gilad (Pentatone PTC 5186-085) en het Florestan trio (Hyperion CDA 67485) naar de kroon gestoken.
De opnamen zijn van bovenmodale kwaliteit. Alleen: wat een gemis dat niet meteen ook het Vioolconcert in d uit 1822 op de eerste cd met zijn korte speelduur werd toegevoegd, zoals dat bij de ook niet te versmaden Mullova (Philips 432.077-2) het geval was.