Mozart: Concertaria’s ‘Vorrei spiegarvi, oh Dio’ KV 418,’Ah lo previdi’ KV 272; ‘Ah se in ciel, benigne stelle’ KV 538, ‘Vado, ma dove? Oh Dei!’ KV 583, ‘Bella mia fiamma, addio’ KV 528, ‘Se ardire e speranza’ KV 82/73o, ‘Chi sà, chi sà qual sia’ KV 582; ‘Exsultate jubilate’ KV 165. Lenneke Ruiten met het Concertgebouw kamerorkest o.l.v. Ed Spanjaard. Pentatone PTC 5186.376 (63’53”). 2009
Grappig voor wie zich Lenneke Ruiten mrt haar toen al bijzondere sopraan als niet de makkelijkste, soms conflicten veroorzakende zangstudente uit de wandelgangen van het Koninklijk Conservatorium uit Den Haag herinnert. Haar verdere biografie en loopbaan laten zich haast als een mooi sprookje lezen. Zekere parallellen met die andere tegenwoordige beroemdheid Eva Maria Westbroek die destijds in Den Haag ook niet op veel waardering stuitte en later, na een poosje studeren en werken in het buitenland gelukkig weer als ‘verloren dochter’ in eigen land werd begroet en enthousiast ontvangen.
Met Mozart’s Concertaria’s en Exsultate jubilate betreedt Ruiten het terrein van onder anderen Janowitz (DG 449.723-2) en Dessay (EMI 555.386-2). Haar stembereik strekt zich in de hoogte ver tot in het topregister uit zonder scherpte te vertonen of aan kleur te verliezen; kleur die ook steeds in de lagere registers aanwezig is. Ze bezit met haar mooie stem de gratie en lichtheid van een sylfe terwijl niets menselijks vreemd is aan haar stem.
De overdaad aan toonladders en ingewikkeld passagewerk die deze werken tot op vrij grote hoogte gemeen hebben treffen bij haar een allerminst praalzieke virtuoos; gedachte en adem zorgen voor een goede ondersteuning; een goed gevoel voor frasering maken de vertolkingen heel muzikaal. Waar heftigheid en een dramatische kwaliteit worden gevergd, zijn die ampel aanwezig zonder dat op effect wordt voorgedragen.
Topt de hoogtepunten behoort meteen ‘Vorrei spiegarvi, oh Dio’ met zijn prachtige wisselwerking tussen stem en instrumenten. Wat volgt stemt niet minder aangenaam. Orkest, dirigent en opnamemensen leveren alle(n) hun dienovereenkomstige bijdrage.