Milhaud: Le boeuf sur le toit op. 58; La création du monde op. 81; Ibert: Divertissement; Poulenc: Suite Les biches. Ulster orkest o.l.v. Yan Pascal Tortelier. Chandos CHAN 9023 (68’ ). 1991
Voor La création du monde liet Milhaud zich enerzijds inspireren de Afrikaanse folklore en anderzijds door de ruige zwarte jazz die hij in Harlem hoorde. Het ballet heeft een overduidelijke Bach-achtig begin (dat herinnert aan het begin van de Johannes Passion) en dat een zwoele draai krijgt door de prominente aanwezigheid van een altsaxofoon. Het eindigt met een paringsdans; het hele werk bezit kracht en is donker sensueel.
Maar er is meer jaren twintig muziek uit de vorige eeuw. Iberts Divertissement is geen ballet, maar toneelmuziek, die oorspronkelijk was bedoeld voor de farce De Italiaanse strohoed van Eugène Labiche. De muziek is heel losjes en geestig met een vulgaire trombone in de wals en een nerveus politiefluitje in de finale. Lachen toegestaan.
Poulencs Les Biches, met zijn mengeling van achttiende eeuwse galanterie, Tchaikovsky-achtige zangerigheid en uiteraard Poulencs eigen soms naar het ordinaire reikende charme, hier in suitevorm, was uiteraard en haast vanzelfsprekend geschreven voor het balletensemble van Serge Diaghilev en werd voor het eerst in Monte Carlo uitgevoerd. Frisse, veerkrachtige muziek al had de muziek in de warme akoestiek best wat feller mogen klinken. Ook Milhauds Le boeuf sur le toit, dankzij het scenario van Cocteau verheven tot iets voor de music-hall, bezit een bepaalde soort Parijse chique.
Het leuke van deze uitstekend klinkende cd is, dat niet alleen de dirigent, maar ook het orkest de sfeer van deze muziek heel goed aanvullen en deze vervolgens zeer verzorgd speelt.