Mahler: Symfonie nr. 10 in fis. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Simor Rattle. EMI 556.972-2 (77’26”), 1999
In zomer 1910 maakte Mahler een schets van een nieuwe symfonie, maar dat werk bleef onvoltooid achter toen hij in het voorjaar daarop overleed. Alle vijf de delen hadden een continue muzieklijn en drie ervan bevatten de nodige details wat de orkestratie aangaat.
Twee delen – het adagio en een Purgatorio allegretto - werden in 1924 voor uitvoering geschikt gemaakt maar het duurde tot begin jaren ’60 dat Deryck Cooke een ‘performing version’ van het hele werk aanbood nadat hij oordeelkundig de passages had aangevuld waarvan Mahler alleen maar een enkele melodielijn had genoteerd. Veel dirigenten weigerden om dat gecompleteerde werk vast te leggen, maar Eugene Ormandy waagde zich er als eerste aan (Sony 82876-78742-2) en later volgenden anderen als Sanderling, Chailly, Litton en Gielen. Maar er kwamen ook andere orkestrators: Wheeler, Barshai, Mazzuca/Samale.
Het is best nuttig dat het wek toch in aanvaardbare georkestreerde vorm voortleeft want het geeft een goed inzicht in Mahlers geestesgesteldheid een jaar nadat hij de met doen geladen Negende afleverde.
Opnieuw is de dood een duidelijk aanwezige, maar de overheersende indruk is er toch eentje van tenslotte bereikte rust en vrede, alsof de laatste verschrikkingen waren uitgedreven.
Tot de dirigenten die het werk meteen omarmden behoort ook Simon Rattle die er in zijn eerste jaren in Birmingham al een opname van maakte (EMI 585.901-2). Met een beter orkest en voorzien van de uitwerking door Cooke samen met Berthold Goldschmidt plus Colin en David Matthews nam hij het werk opnieuw, ditmaal ‘live’ op. Zijn vertolking klinkt gerijpter, meer bezonnen en subtieler. Beter is er momenteel niet.