Martin: Der Sturm, suite; Maria-Triptychon; Monologe aus Jedermann nr. 1-6. Lyna Russell (s), Duncan Riddell (v), David Wilson-Johnson (b) met het Londens filharmonisch orkest o.l.v. Matthias Bamert. Chandos CHAN 9411 (68’22”). 1994
De 6 Monologe aus Jedermann vormen een cyclus orkestkliederen die is ontleend aan het Jedermann (Elckerlijc), de moraliteit uit de Middeleeuwen. Het thema is de vernietigende kracht van onmetelijke rijkdom. Om dit werk te genieten is geen voorkennis van het gegeven nodig. In feite is het heel goed wanneer de luisteraar onvoorbereid in deze wel gerelateerde monologen die zonder context zijn duikt. Dat verhoogt de impressies van het mystieke en mysterieuze.
Een overheersende sfeer van grote doem wordt geschapen door een krachtige, sfeer scheppende inbreng van het orkest die een uitgesproken fin de siècle karakter heeft. En inderdaad: door een dominant gevoel van een naderend onheil te wekken waar tegenover een eenzame, in moreel opzicht verloren figuur zich geplaatst ziet, maakt het stuk in emotioneel opzicht verwant met Bartóks Hertog Blauwbaard, hoewel de orkestratie van Martin lichter is. Voor een dramatische karakterbariton behoort dit werk tot de mooiste en dankbaarste uit het modernere repertoire, een feit dan Dietrich Fischer-Dieskau niet is ontgaan want hij maakte er twee opnamen van: op DG 429.858-2 in 1963, Orfeo C 336931A in 1983 en nog eentje op dvd Cascavelle VELD 7005.
Maar een behoorlijk alternatief kan geen kwaad en de grondige, dramatische lezing van Wilson-Johnson, door Bamert indringend begeleid en door Chandos meesterlijk vastgelegd kan goed als zodanig dienen. Als extra’s bevat het schijfje het even intense, doch eerder wat wrange Maria-Triptychon bestaande uit drie bekende teksten van Maria voor sopraan, viool en orkest (ooit al erg mooi gezongen door Irmgard Seefried, Edith Mathis, Sara Ganz en vooral ook Juliane Banse (ECM 5173930). Verder een orkestsuite uit de opera Der Sturm (naar Shakespeare).