CD Recensies

MENDELSSOHN: ELIJAH

Mendelssohn: Elijah op. 79. Bryn Terfel (b), Renée Fleming (s), Patricia Bardon (a), John Mark Ainsley (t) met het Edinburgh festival koor en het Orkest van de Age of musical enlightenment o.l.v. Paul Daniel. Decca 455.688-2 (2 cd’s, 2u. 10’51”). 1996

 

De grote populariteit van Mendelssohn was voornamelijk te danken aan zijn oratoria en zijn overige religieuze werken waarmee het Victoriaanse land een groot genoegen deed omdat het snakte naar vrome melodieën en grootse koren.

Van die vrome koren is ‘Hear my prayer’ met de tekst ‘O for the wings of a dove’ een van de beste en mooiste.

Van de grotere en grootsere gewijde composities is ongetwijfeld het oratorium Elijah het beste en bekendste. Het werk werd in de zomer van 1844 geschreven, ongeveer acht jaar nadat Mendelssohn voor het eerst zijn librettist Julius Schubring had benaderd vanwege een mogelijke samenwerking aan een werk ter ere van de profeet.

Het uit die samenwerking tot stand gekomen oratorium wordt gedomineerd dor de basrol van Elias en het koor. Op heel geciviliseerde wijze heeft het werk een dramatische inslag door de manier waarop klankbeelden van oceanen, aardbevingen en vuren zijn gecombineerd met wellevende orkestpassages.

Zoals verwacht mag worden van iemand die lang in Engeland doorbracht, betuigt Mendelssohn ook eer aan Händel in de manier waarop hij voor koor schrijft en natuurlijk bewijst hij in de contrapuntische gedeelten zijn erfenis van Bach. Elijah is een treffend, maar ook nogal lang en veeleisend werk.

We komen dit oratorium in de praktijk in twee vormen tegen, de oorspronkelijke Engelse versie als Elijah en in Duitse vertaling als Elias

Het mooie van de uitvoering onder Paul Daniel is, dat hij het verhaal met levendige vaart vertelt en met Bryn Terfel over een der kernachtigste vertolkers van de titelrol beschikt. Misschien wordt niet alle drama uit het oratorium geperst, maar juist deze matiging houdt het werk bij herhaling heel genietbaar.

Andere mooie vertolkingen zijn o.m. van Hickox (Chandos CHAN 98774/5), Frühbeck de Burgos (EMI 586.257-2) en Conlon (EMI 350.884-2). Voor een der beste Duitse lezingen zorgde Rilling (Hännsler 98.928).