Mozart: Entführung aus dem Serail, Die KV 384. Arleen Augér (s), Reri Grist (s), Peter Schreier (t), Harald Neukirch (b), Kurt Moll (bs) met het Omroepkoor Leipzig en de Staatskapel Dresden o.l.v. Karl Böhm. DG 429.868-2 (2 cd’s, 2u. 10’42”). 1973
Tot de betrekkelijk vroege opera’s van Mozart die altijd repertoire hielden, behoort Die Entführung aus dem Serail. In 1781, kort nadat hij naar Wenen was verhuisd, kreeg de componist de opdracht om een Singspiel (een in het Duits gezongen komische opera met gesproken in plaats van gezongen recitatieven) te schrijven op een toen modieus Turks thema.
Het curieuze fenomeen dat bekend stond als de Janitsjaren muziek betekende niet veel meer dan het gebruik van martiale ritmes en quasi oosterse slagwerkinstrumenten, inclusief een van een stok voorzien klokje dat bekend stond als de ‘rinkelende johnny’.
Omdat het geheimzinnige Oosten een mooi gekruide achtergrond bood aan librettist Gottlieb , waarin Belmonte zijn lang verloren gewaande geliefde Constanze en haar bediende Blonde van de pasja en zijn harem meester Osmin bevrijdt is de sfeer in Entführung eerder charmant dan consequent Oosters. Ook de ritmiek is in dit werk niet zo gelijkmatig als in zijn latere opera’s, hoewel elk van de handelende personages (behalve de pasja met alleen een spreekrol) wel wat kostelijk Mozartiaanse melodieën te zingen krijgt. Het bekendst is natuurlijk ‘Martern aller Arten’ van Constanze: een acht minuten lange bravura aria met een prachtige begeleiding.
Van de vele opnamen behoort de productie van Böhm uit 1973 in Dresden nog steeds tot de beste. Hij behandelt de haast bedwelmende ritmen en de door slagwerk beheerste partituur in een prachtig afgewogen, levendige stijl. Het orkest uit Dresden vult de noodzakelijke dramatiek in. Peter Schreier maakt manmoedig al het mogelijke van het noodzakelijke haast vrouwelijke stembereik van Belmonte, beide dames voldoen prima en Kurt Moll is een geweldige Osmin. Dit is teamwork op zijn best.
Alternatieven genoeg: Christie (met Christine Schäfer, Erato 3984-25490-2), Gardiner (met Organosova, DG 477.5593-2), Krips met Rothenberger EMI 763.263-2) onder andere.