CD Recensies

MOZART: STRIJKKWARTETTEN NR. 20-23

Mozart: Strijkkwartetten nr. 20 in D KV 499 Hoffmeister en 22 in Bes KV 589. Quatuor Mosaïques. Naïve E 8834 (62’48”). 2001 

 

Mozart: Strijkkwartetten nr. 21 in D KV 575 en 23 in F KV 590. Quatuor mosaïques. Auvidis E 8659 (60’). 1999

 

Mozart liet vrij snel na de bekende reeks van zes aan Haydn opgedragen strijkkwartetten nr. 20 volgen (bekend onder de naam Hoffmeister kwartet), een klassiek elegant en tamelijk bezadigd werk dat zijn binaam dankt aan Mozarts vriend Anton Hoffmeister die niet de opdrachtgever, maar de uitgever van het werk was.

Het vormde een brug naar de drie laatste strijkkwartetten van Mozart die de bijnaam Pruisische kwartetten kregen. Mozart componeerde ze na een bezoek aan Berlijn waar hij aan de cellospelende koning van Pruisen, Friedrich-Wilhelm II was voorgesteld (en een baantje kreeg aangeboden).

Mozart had wat moeite met deze werken, waarschijnlijk omdat hij enerzijds rekening moest houden met de waarschijnlijk beperkte capaciteiten van de koning en anderzijds de cellopartijen extra interessant wilde maken.

Het eindresultaat is een trio geconcentreerde, duidelijk te onderscheiden werken, waarin het zwaartepunt is verschoven van het eerste naar het laatste deel en met sommige passages waarin de cello inderdaad domineert.

Hoewel de werken ontstonden in een zware crisisperiode van Mozart, is daarvan in deze muziek niets te horen. Zeker in de langzame delen is de sfeer zelfs minder melancholiek dan in de ‘Haydn kwartetten’.

De oorspronkelijke bedoeling was een gebruikelijke reeks van zes, maar na het eerste drietal stierf Mozart en de koning van Pruisen heeft de werken met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nooit gespeeld.

Een mooiere uitvoering als die van het Quatuor mosaïques met hun darmsnaren, hun glanzende toon en hun volmaakte stijlopvatting is er momenteel niet.