Mendelssohn: Die erste Walpurgisnacht op.60; Lieder ohne Worte (orkestratie Matthus): Andante con moto op. 19/1; Allegro di molto op. 30/2; Adagio op. 53/4; Andante grazioso op. 62/6; Liederen (orkestratie Matthus): ‘Auf Flügeln des Gesanges’ op. 34/2; ‘Reiselied’ op. 19a; ‘Neue Liebe’; nr. 5 ‘Gruß’; ‘Andr’es Maienlied’ op. 8/8; ‘Pagenlied’ op. post.; ‘Schilflied’ op. 71/4; ‘Der Mond’ op. 86/5. Jadwiga Rappé (ms), Deon van de Walt (t), Anton Scharinger (b), Matthias Hölle (bs) met het Bambergs symfonie orkest en –koor o.l.v. Claus Peter Flor. RCA 09026-62513 (60’39”). 1994
Mendelssohn: Die erste Walpurgisnacht op.60; Symfonie nr. 3 in a op. 56 Schotse symfonie. Christine Cairns (ms), Jon Garrison (t), Tom Krause (b), Jeffrey Wells (bs) met het Cleveland orkest en –koor o.l.v. Christoph von Dohnányi. Telarc CD 80184 (66’39”). 1988
De gedachte aan heidenen die hun Christelijke onderdrukkers te slim af zijn inspireerde Mendelssohn tot een van zijn meest speelse werken: Die erste Walpurgisnacht op tekst van Goethe op. 60 uit 1832. Berlioz was erg onder de indruk van inclusief de ouverture 10-delige werk. Met name het tumult dat in deeltje 8 ontstaat wanneer de Druïden wachters opdraven ‘met stangen en hooivorken’ zorgt voor eenzelfde soort opwinding als het zeeliedenkoor uit Wagners Fliegende Holländer.
Mendelssohn in een luchtiger stemming horen we als dappere mannen door een bosrijk gebied banjeren begeleid door een Puckachtig scherzo. De slothymne herinnert wat aan de Symfonie nr. 2 en Elias.
Te midden van ettelijke opnamen vraagt vooral het tweetal hier genoemde de aandacht. De ene vanwege de toevoeging van door Siegfried Matthus mooi georkestreerde pianostukken en liederen, de andere door een fraai orkestraal tegenwicht en een superieure opnamekwaliteit. In die orkestraties valt vooral positief het verbeeldingsvolle gebruik van de harp en het hoge slagwerk op, plus een fraaie hobo- en hoornsolo.
Flor leidt met het nodige gezag en gevoel op vrij energieke wijze zijn deel der uitvoeringen en beschikt over heel goede solisten met Deon van der Walt voorop en een enthousiast koor.
Maar de nog gedisciplineerder, even treffende verklankingen uit Cleveland doen daar feitelijk niet voor onder.