Beethoven: Nocturne op. 42; Mendelssohn: Altvioolsonate in c; Schumann: Märchenbilder op. 113. Paul Coletti en Leslie Howard. Hyperion CDA 66946 (70’52”). 1997

Hummel: Altvioolsonate in Es op. 5/3; Joachim: Hebreeuwse melodieën naar impressies van Byrons gezangen op. 9; Mendelssohn: Altvioolsonate in c. Michael Gieler en Lauretta Bloomer. Q Disc 19700-2 (64’41”). 2007

Net als de eerste twee vioolsonates uit 1820 en ca. 1823 is de opusloze altvioolsonate uit 1824 een volmaakt geconcipieerd jeugdwerk van een vijftienjarige dat lang aan de aandacht ontsnapte want pas in 1966 werd gepubliceerd, maar waarvan inmiddels gelukkig een aantal opnamen bestaat. Naast dit tweetal bijvoorbeeld van Lenert/Cohen (Syrius SYR 14135-2), Ernst en Lory Wallfisch (Bayer BR 200050), Ulrich Koch en Roland Keller (Bayer BR 100030), Simonide en Monaldo Braconi (Agora AG 171.1), Kuniko Nagata en Hirotoshi Kasai (Talent DOM 2910.54) en Alfred Lipka en Jutta Czapski (Berlin Classics BC 3164-2), steeds in verschillende koppelingen. Mendelssohn die zelf zowel viool als altviool speelde kende het instrument van nature.

Bijzonder aan het werk zijn het menuet als tweede deel en  het derde in de vorm van thema met variaties, tevens afsluitende finale. Zowel Coletti/Howard als Gieler/Bloomer doe deze enthousiaste muziek goed recht en verrassen steeds met andere nieuwe ontdekkingen.