Martucci: Pianokwintet in C op. 45; Pianotrio in C op. 59. Mario Borciani met het Giovane Italiaans kwartet. Claves CD 50-9210 (74’42”). 1992
Giuseppe Martucci (1856-1909), ooit directeur van de conservatoria in Bologna en Napels en dirigent van de eerste opvoering van Wagners Tristan in Italië is een curieus geval van een componist die vrijwel volslagen onbekend is in onze contreien, maar die gelukkig wel redelijk is vertegenwoordigd op cd. Met de eveneens onbekende Bazzini en Sgambati leidde hij de wedergeboorte van de romantische negentiende eeuwse instrumentale muziek in Italië in.
Zijn Pianokwintet en Pianotrio leggen daarvan getuigenis af. Het kwintet uit 1878 is heel doorwrocht met mooi uitgewerkte thema’s in een sfeer van de lichte decadentie die typisch is voor die tijd. Het eerste deel heeft een uitgebreide opzet, het wordt gevolgd door een bekoorlijk andante, een speels scherzo en een gepassioneerde finale.
Het enige jaren later, in 1883, geschreven Pianotrio heeft een haast concertante pianopartij en bezit in het trio uit het scherzo met zijn doedelzak effecten volksmuziek invloed. Het begin allegro pendelt tussen overpeinzende en dramatische polen, het andante is een en al eenvoud en de finale is vervuld van welsprekende lyriek.
Al deze kenmerken worden heel goed aan het licht gebracht in deze toegewijde vertolkingen.