Monteverdi: Selva morale e spirituale (selectie). Cantus Cölln en Concerto Palatino o.l.v. Konrad Junghänel. Harmonia Mundi HMC 90.1718/20 (3 cd’s, 3u.49’28”).
De laatste publicatie, volgend op die van de madrigalen van Monteverdi, de veelsoortige enn omvangrijke band met Selve morale e spirituele die 68 items bevat, waaronder madrigalen, motetten, een mis, credo gedeelten uit psalmen, 2 magnificats, drie salve regina’s en is waarschijnlijk mede daardoor altijd iets van een stiefkind in zijn oeuvre gebleven. Dat komt deels door de grote verscheidenheid, deels door het wisselend karakter daarvan. Er zitten vroege werken onder, maar ook stukken uit de geheimzinnige jaren na 1610 (van de Vespers) plus wat zeer late.
Dat brengt grote verschillen in stijl met zich mee: van de strenge polyfonie uit de stile antico tot zeer concertante muziek met markante en ingewikkelde instrumentale partijen, maar ook van de eenvoudigste melodiek tot virtuoze versieringen over een groot vocaal bereik.
Corboz (Erato 4509-98530-2, 6 cd’s) lijkt de enige die het volledige bestand heeft vastgelegd, maar het zal lastig zijn om nog aan die opname uit 1967 te komen. De meeste anderen houden het op een selectie. Garrido kwam in 2004 tot 60 (Ambronay AMY 001, 4 cd’s), Junghänel beperkt zich tot 37 items, Christie (Harmonia Mundi HMA 195.250) nog verder: tot 9 werken op 1 cd.
Junghänel maakte zinnige keuzes en gebruikt twee cd’s voor de vespers collectie en de derde voor verspreide werken. Maar niet alleen dat: hij beschikt met het dozijn zangers van Cantus Cantus Cölln en het energiek begeleidende Concerto Palatino over een ideaal uitvoerend apparaat. De zangers zingen geschakeerd van toon en kleur, heel helder en gedisciplineerd, bovendien zorgvuldig in evenwicht. Uitblinksters in de soli zijn de voortreffelijke sopraan Johanna Koslowsky en bas Stephan MacLeod die geen moeite heeft met zijn soms onmogelijk lijkende partijen. De opname klinkt heel sfeervol.