Medtner: Canzona matinata op.39/4; Sonata tragica op. 39/5; Hymne von der Arbeit op. 49/1; Märchen op. 26/1; Mars van de paladijn op. 14/2; Houmoresque; Märchen op. 26/3; Stimmungsbild op.1/5; Märchen op. 35/4; Leichtes Klavierstück nr. 1; Albumblatt; Pianosonate nr. 2 in e op. 25/2, Avondwind. Severin von Eckardstein. MDG MDG 604.1465-2 (73’43”). 2007
Werken als de hier gespeelde twee Sprookjes van Medtner onderstrepen eigen alleen nog maar het mysterie waarom de componist niet vaker wordt uitgevoerd tijdens pianorecitals. Zijn pianowerken vormen een rijk gevulde schatkamer met de meest gevarieerde, soms ook nogal ingewikkelde, soms echter juist ook bescheiden stukken. Hij mag dan soms even herinneren aan Brahms of Schumann, maar hij is steeds ook vooral zichzelf in zijn nu eens lyrische dan wel epische muziek. Pianisten als Jevgeny Sudbin, Geoffrey Tozer, Marc-André Hamelin en Hamish Milne hebben zich op cd eerder voor deze componist ingezet.
Zij maakten al duidelijk dat men kan spreken van een dichterlijke, voortdurend doorleefde gedachtestroom muziek en dat het een inlevende pianist vergt om het wezen daarvan in al zijn wezenlijke aspecten aan het licht te brengen. Zo iemand is beslist ook Severin von Eckardstein, die gelukkig ook de dramatischer kanten zijn volle aandacht schenkt. Neem de een grote mate aan virtuositeit vergende Avondwind sonate die nu eens vederlicht dan weer heel intens tot klinken komt. Of probeer het prachtig karakteristiek gespeelde Stimmungsbild.
Verder krijgen we heel sfeervol allerlei stemmingsbeelden voorgezet. Vaak hebben ze een typisch Slavisch melancholiek karakter. Maar het Leichte Klavierstück en de Hymne von der Arbeit hebben dan gelukkig weer een zonniger, vrolijker karakter.
Interessant, dat Von Eckardstein voor dit recital dezelfde Steinway uit 1901 koos waarop Bavouzet zijn Liszt/Ravel recital speelde. Passend in de tijdgeest van toen schuwt hij enig rubato niet.