Mozart: Symfonieën nr. 39 in Es KV 543, 40 in g KV 550 en 41 in C KV 551 Jupiter. Orkest van de achttiende eeuw o.l.v. Frans Brüggen. Glossa GCD 921119 (2 cd’s, 1u. 31’51”). 2010
Is het niet vreemd dat het laatste drietal symfonieën van Mozart dat mede tot de ‘core business’ van Brüggens repertoire behoort nooit eerder als gesloten eenheid op cd verscheen? Je moest het bij elkaar sprokkelen: nr. 39 stond met Beethoven 2 op Philips 422.389-2, nr. 40 naar keuze met Beethoven 1 op 416.329-2, met Notturno nr. 4 en symfonie 34 op 434.113-2 en met nr. 41 op 426.757-2 en nr. 41 ook nog met de ouverture La clemenza di Tito op 420.241-2. Dat waren ook ‘live’ opnamen uit Vredenburg/Nijmegen uit de late jaren tachtig.
Reden te meer om dankbaar te zijn voor dit trio werken dat voordat Brüggen definitief afzwaait in de Rotterdamse Doelen met een ‘moeilijker’ akoestiek werd opgenomen. De uitkomsten zijn naar verwachting interessant om er dankbaar voor te zijn.
De tempi zijn over het geheel wat gematigder en milder geworden, de concentratie absoluut niet. Het is het specifiek eigene van dit orkest, namelijk het veelkleurige aandeel van de blazers, dat de vertolkingen zo bijzonder maakt. Het karakter van de drie werken is duidelijk te onderscheiden: nr. 39 met licht herfstige inslag, nr. 40 met ingehouden drama en nr. 41 met verhevenheid.
Logisch dat heel wat meer opnamen van dit drietal symfonieën bestaan. De topgroep bestaat al uit Gardiner (Philips 426.283-2), Abbado (Archiv 477.979-2) en Jacobs (Harmonia Mundi HMC 90.1958/9), op enige afstand gevolgd door Herreweghe (Phi LPH 011); Brüggen nestelt zich daar nu comfortabel bij.