Mendelssohn: Pianotrio’s nr. 1 in d op 49 (versies 1839 en 1840) en 2 in c op. 66. Van Baerle trio. Challenge CC 72662 (2 cd’s, 1u. 30’11”). 2014
Met het uitbrengen van een nieuwe opname van Mendelssohns Pianotrio’s waagt het succesvolle, in 2004 geformeerde Van Baerle trio met Hannes Minnaar (p), Maria Milstrein (v) en Gideon den Herder (vc) zich in het mijnenveld van een overbevolkt cd gebied, waarin sinds het Beaux Arts trio (Warner 2564-61492-2, Philips 416.297-2) vooral het Florestan trio (Hyperion CDA 67485), Jonathan Gilad, Julia Fischer en Daniel Müller-Schott (Pentatone PTC 186085), het Gould trio (Naxos 8.555063) en Argerich met de broers Capuçon (EMI 557.468-2) veel succes hadden.
Uit Nederland meldden zich eerder het oude Guarneri trio (Daniëlle Dechenne, Mark Lubotsky, Jean Decroos, Globe GLO 6030), Julian Reynolds, Johannes Leertouwer en Viola de Hoog (Globe GLO 5156) en het Osiris trio (Ellen Corver, Peter Brunt, Larissa Groeneveld, Cobra 0002). Het Storioni trio liet zich op cd nog niet met Mendelssohn. De verrichting van het Amsterdams Klaviertrio (Kara Würtz, Joan Berkhemer, Nadia David) kunnen we vergeten, want die is terloops opgenomen in een vet Brilliant Classics Mendelssohn album met 40 cd’s; hun losse Erasmus opname zal wel niet meer leverbaar zijn.
Het in 2004 opgerichte van Baerle trio bestaat uit Hannes Minnaar (p), Maria Milstein (v) en Gideon den Herder (vc) en beschikt met Minnaar over een heel briljante pianist. Misschien is het niet helemaal terecht dat de aandacht haast vanzelf vooral op hem wordt gericht in het eerste trio, maar zijn vingerwerk is verrukkelijk licht en frivool. De componist zelf heeft als een blijkbaar moeiteloze pianogoochelaar veel schuld aan de voortdurende, haast ademloze notenstroom.
Zes jaar later, in trio nr. 2, blijkt Mendelssohn veel te hebben bijgeleerd. Hij nam waarschijnlijk de raad van Hiller ter harte dat veel van de ratelende, arpeggiotype figuraties “erg ouderwets” aandeden.
Men hoeft slechts de scherzi uit beide werken met elkaar te vergelijken om de aanzienlijk subtielere vorm van het tweede te verkiezen. Maar ook verder maakt het tweede trio een evenwichtiger indruk. Maar dat even terzijde.
Het Van Baerle trio onderscheidt zich van alle andere doordat het op een bonus cd ook de een jaar eerder ontstane oervorm van het eerste trio uitvoert. Een daad van belang, want nu kunnen we precies overeenkomsten en verschillen waarnemen.
Die verschillen zitten vooral in het eerste deel (dat aanzienlijk uitgebreider is – van 9’47” tot 14’31”) en laatste deel (dat juist van 8’51” tot 8’05” is bekort). Het is beslist de moeite waard om daarvan kennis te nemen en het maakt deze uitgave tot een unicaat.
Voor de uitvoeringen geldt dat ze uitmunten door een aangenaam soort levendige, gracieuze jeugdigheid met Hannes Minnaar als kwieke, virtuoze animator. Het resultaat klinkt onweerstaanbaar, ook omdat het drietal musici in een volkomen natuurlijke ambiance is vastgelegd. Een plaatsje naast de hierboven opgesomde andere mooiste opnamen is welverdiend met als extra aanbeveling die unieke 2x1.