CD Recensies

NOVÁK: PAN; LIEDEREN OVER WINTERNACHTEN

Novák: Pan op. 43. Slowaaks filharmonisch orkest o.l.v. Zdenek Bilek. Marco Polo 8.223325 (54’14”). 1990

Novák: Liederen over winternachten op. 30 nr. 1-4; Pan op. 43. Margaret Fingerhut. Chandos CHAN 9489 (73 ’17”). 1995

De Tsjechische componist Vitézslav Novák (1870 - 1949) studeerde bij Dvorak compositie in Praag waar hij zelf leraar werd in 1919. Tot zijn vele leerlingen behoren Alois Hába, Vacláv Kaprál, Jan Kunc en Václav Stepán. Aanvankelijk onderging hij sterk de invloed van de Duitse romantiek. De nationale kunst van Smetana en Dvorak kreeg pas later betekenis voor hem. 

Zonder progressief te zijn, gaf hij toch aan de de Tsjechische muziek een stimulans tot verdere ontwikkeling. Op aanbeveling van Brahms gaf Simrock zijn muziek uit.

Het Symfonisch gedicht Pan uit 1910 was oorspronkelijk een pianowerk met de delen ‘Proloog’, ‘Bergen’, ‘Zee’, ‘Bos’ en ‘Vrouw’. In de proloog wordt een beeld opgeroepen van de antieke god waarin piccolo en fluit iets van herders suggereren alsof Debussy zich even op Tsjechisch gebied waagde. Van de Bergen wordt een monumentaal beeld gegeven, van de Zee een romantisch beeld, In het Bos is het opvallend rustig en de Vrouw is capricieus in een zwierige tarantella. Daarna komt de muziek tot rust in een sensueel beeld van de natuur.

Margaret Fingerhut geeft een prachtig idee van het origineel en Zdenek Bilek voegt daar rijke orkestkleuren aan toe.

De vier Pianoliederen over winternachten (Písne zimnich nocí) uit 1903  dragen de titels ‘Maanverlichte nacht’, ‘Stormachtige nacht’, ‘Kerstnacht’ en ‘Carnavalsavond’. Daarmee belanden we meer in een introspectieve wereld die wel vol glans is. De ‘Stormachtige nacht’ is het enige heftige deel met de aanduiding ‘tempestuoso’. Verder klinkt de muziek nogal sprookjesachtig. ‘Carnavalsavond’ is het vrolijkst, maar eigenlijk alles is heel stemmig en Margaret Fingerhut laat dat mooi horen.