Nielsen: Vioolsonates nr. 1 in A op. 9 FS 20 en 2 op. 35 FS. 64; Vioolsonate nr. 0 in G FS. 3b. Germana Porcu en Sara Costa. Da Vinci 8709630 (48’57”). 2017
Dat de muziek van Carl Nielsen in Denemarken een een belangrijke plaats inneemt omdat hij iets van de Deense ziel vertegenwoordigt en het land sinds eind jaren tachtig negentiende eeuw op de internationale muziekkaart zette, is niet meer dan logisch. Maar dat een op Sardinië geboren violiste zich over zijn drie Vioolsonates ontfermt en deze met zoveel warmte en glans speelt, komt wat onverwacht.
De korte sonate in G, een jeugdwerk als tiener uit 1881 heb ik maar nummer 0 genoemd; het werk heeft haast iets Mozartiaans. Met de beide andere Vioolsonates zijn uit 1895 en 1912 maakte hij grote sprongen in zijn ontwikkeling. Vooral met de sonate nr. 1 maakte hij indruk en het adagio uit nr. 2 is een hoogtepunt uit deze literatuur. Dat Nielsen zelf violist was, zal hebben geholpen.
Germana Porcu en Sara Costa beschikken over een fraaie speelcultuur voeren deze werken op vrij robuuste wijze uit; ze tonen zich ideale, betrouwbare pleitbezorgers van dit materiaal en kunnen het goed opnemen tegen Hasse Borup en Andrew Staupe (Naxos 8.573870) en Lydia Mordkovitch en Clifford Benson (Chandos CHAN 8598).
Jammer eigenlijk dat deze cd drie jaar op de plank lag voordat hij in 2020 werd uitgebracht.
Jammer eigenlijk dat deze cd drie jaar op de plank lag voordat hij in 2020 werd uitgebracht.