CD Recensies

NEDBAL: WINTERBRAUT, DIE

Nedbal: Die Winterbraut. Wolfgang Müller-Lorenz (t., graaf Milan Mikolioc), Marcus Niedermeyr (b., baron Bogdan Lukovac), Andreas Rainer (t., Franjo Svecak), Bibiana Nwobilo (s., Julja Lella), Mirjam Neururer (s., Lis Müler) en Alfred Berger (b., Kvirin) met koor en orkest van het Theater Schönbrunn o.l.v. Herbert Mogg. CPO CPO 777.629-2 (99’58”). 2010
 
De Tsjechische componist Oskar Nedbal (1874 - 1930) is een van de faacinerendste en tegelijk een der meest tragische toondichters van zijn land. Buiten Tsjechië is hij nooit erg bekend geworden, hooguit met zijn melancholieke Valse triste. Hij bezocht de compositieklas van Dvorak, had net als Lehár vioolles van Antonin Bennewitz en was samen met Josef Suk medeoprichter van het beroemde Boheems Strijkkwartet. Verder behoorde hij tot de eerste dirigenten van het Tsjechisch  filharmonisch orkest.
Maar zijn gezondheid ging snel achteruit, hij maakte schulden en dat leidde tot zijn zelfmoord door op Kerstavond 1930, 56 jaar oud, van de bovenste verdieping van een flatgebouw in Zagreb te springen.
Zijn operette Die Winterbraut ging in 1916 met succes in première in Wenen. De handeling vergt niet te veel van de luisteraars hersencellen: het basis gegeven is: jongen ontmoet meisje, wordt verliefd, raakt meisje kwijt, ontmoet haar weer, besluit uit nobele overwegingen om toch niet voor haar te kiezen, maar beseft dat de ware liefde zich niet laat onderdrukken. 
Dat zou allemaal niet zo bijzonder zijn, ware het niet dat het bij de jongen gaat om een oude graaf gaat. Die ontmoet het meisje tijdens een Meifeest in zijn boomgaard waar het meisje tot een rituele bruid wordt uitgeroepen. Dit gegeven gaf de componist genoeg gelegenheid om zin muzikale spieren te ballen en daar een door folklore gekenmerkte muziek bij te schrijven.
De uitgebreide ouverture vertoont direct alle deugden van de operette en gelukkig vindt Herbert Mogg precies de juiste zwier voor zijn interpretatie. Daarbij wordt hij geholpen door het energieke optreden van het koor en orkest. Het Muziektheater in het Weense Schönbrunn is een trainingscentrum voor studenten vanuit de hele wereld waarin dertien landen zijn vertegenwoordigd. Aan alert enthousiasme geen gebrek. Bij de solisten geen bekende namen, maar zangers die goed voor hun rol geschikt zijn Alleen bij Wolfgang Müller-Lorenz is te horen dat zijn stem wat versleten raakt, maar dat mag ook wwl bij een oude graaf. De gesproken dialogen zijn tot een minimum beperkt.
Tot de hoogtepunten behoren het duet tussen Julja en Franjo en de finale.