Nielsen: Blaaskwintet op. 43 F.S. 100; Pianotrio in G op. F.S. 31; Serenata in vano F.S. 568; Fantasistykke in g F.S. 3h; Canto serioso F.S. 132; Scenemusik fra Moderen (ged.). Diamantensemblet c.q. Trio Ondine. Da Capo 8.226064 (65’04”). 2006/7
“Als een scherp zwaard, klievend en bevattelijk”, zo omschreef Nielsen zijn muziek ooit. De F.S. aanduidingen staan voor de inventarislijst die Fog en Schousboe opstelden. Op deze cd is zijn mogelijk belangrijkste kamermuziekwerk, het blaaskwintet voor fluit, hobo, klarinet en hoorn uit 1922 mooi gecombineerd met minder bekende kamermuziekwerken, zoals het vroege Pianotrio (1883), de Serenata in vano voor klarinet, fagot, hoorn, cello en contrabas (1914), het Fantasiestuk in g uit 1885, de twee Fantasiestukken voor hobo en piano uit 1889, Canto serioso voor hoorn en piano uit 1913 en drie van de elf gedeelten uit de toneelmuziek bij H. Rode’s stuk De moeder (1920).
Deze voortreffelijke vertolking van het blaaskwintet is boven de overige uitverkoren omdat hij niet alleen heel goed is, maar omdat men zo ook meteen de mogelijkheid heeft om een aantal interessante minder bekende kamermuziek composities van Nielsen te leren kennen. De als eigenlijk altijd prachtig verzorgde opnamekwaliteit van Da Capo garandeert een volkomen genoegen.