Ockeghem: Ged. Missa Ma maistresse; Ma maistresse; A solis ortus cardine; Missa Caput; Anon.: O sidus Hispanie; Gaude Maria virgo cuncias; Venit ad Petrum. Clerk’s Group o.l.b. Edward Wickham. ASV Gaudeamus GAU 186 (67’14”). 1997
Ockeghem: Salve regina; Missa mi-mi; Alma redemptoris mater; Obrecht: Hec Deum celi/Quod chorus vatum; Busnois: Victimae paschali laudes; Isaac: Angeli, archangeli. Clerks’s Group o.l.v. Edward Wickham. ASV Gaudeamus GAU 139 (63’23”). 1994
Ockeghem: Missa fors seulement; Fors seulement; Requiem; De la Rue: Fors seulement; Brumel: Du tout plonget/Fors seulement. Clerk’s group o.l.v. Edward Wickham. ASV Gaudeamus GAU 168 (71’07”). 1996
Ockeghem: Intemarata Dei mater; Ave Maria; Missa Ecce ancilla Domini; Obrecht: Salve regina a 6; Desprez: La déploration de Jehan Ockehem ‘Nymphes des bois’. Clerks Group o.l.v. Edward Wickham. ASV Gaudeamus GAU 223 (63’32”). 1993
Ockeghem: Missa de plus en plus; Credo ‘Sine nomine’; Gaude Maria; Pipelare: Salve regina; Binchois: De plus en plus; Barbireau: Osculetur me. Clerk’s Group o.l.v. Edward Wickham. ASV Gaudeamus GAU 153 (72’20”). 1995
Ockeghem: Missa au travail suis que peu de gens croiroient; Mort tu as navré de ton dart; Petite camusette; Permanent vierge/Pulchras es/Santa Dei genitrix; Missa sine nomine; Intermata Dei mater; Barbignant: Au travail suis que peu de gens croiroient. Clerk’s Group o.l.v. Edward Wickham. ASV Gaudeaumus GAU 215 (54’43”). 1999
Pas sinds enige tijd is bekend dat Jean de Ockeghem mogelijk rond 1410 in Saint Ghislan in het huidige België is geboren al suggereert zijn naam eerder een band met het Oost-Vlaamse Okegem. In 1443 was hij zanger in de O.L. Vrouwekathedraal in Antwerpen en tegen 1446 was hij in dienst getreden van de hertog van Bourbon in Moulins.
Rond 1552 ging hij aan de slag voor de kapel van het Franse hof waar hij tot zijn dood in 1497 in dienst was van drie opeenvolgende Franse koningen: Karel VII, Lodewijk XI en Karel VIII. Ockeghem werd door die vorsten zeer gewaardeerd en hij verwierf de lucratieve en eervolle positie van thesaurier van de kerk van Saint Martin in Tours.
Behalve een aantal missen zijn slechts vijf motetten van Ockeghem bewaard gebleven, maar dit is wel het genre dat de componist zijn leven lang bleef verfijnen en Alma redemptoris is daarvan een der fraaiste voorbeelden. Het gaat om een vierstemmige Mariatekst met twee duidelijk gescheiden delen. In het hele werk parafraseert de altpartij in lange noten het gregoriaanse gezang, terwijl de sopraan- en baspartij af en toe deze melodie citeren.
De Missa mi-mi ontleent zijn naam aan de telkens terugkerende dalende kwint die mi heet in het hexachord. Ecce ancilla Domina is een mis uit de middenperiode (ca. 1470) en valt op vanwege de onverwachte ritmische onstuimigheid. Vergeleken hiermee is het Ave Maria nogal gewoontjes, maar Intemarata Dei Mater (uit de jaren 1480) bezit een heel treffende sfeer die verwant is met Obrechts zesstemmige Salve regina.
Van de Missa maistresse resteren ons helaas slechts twee delen, maar ze zijn opvallen door hun heldere, extroverte karakter; logisch, bezien vanuit het chanson waarop ze zijn gebaseerd. Dit zijn zomaar wat opmerkelijke facetten uit deze interessante Ockeghem omnibus.
Het resultaat is een indrukwekkend spel van verwijzing en transformatie, waarbij de liturgische melodie afwisselend boven de golven van de vocale polyfonie uitstijgt en daar vervolgens weer in wegzakt.
De mede opgenomen stukken van tijdgenoten – daaronder veel verwante motetten en chansons - werpen een nog groter en duidelijker licht op het oeuvre van Ockeghem.