Oestvolskaya: Pianowerken (compleet). Préludes nr. 1-12; Pianosonates nr. 1 (1947), 2 (1949), 3 (1952), 4 (1957), 5 (1986) en 6 (1988). Sabine Liebner. Neos 10904/5 (2 cd’s, 1u. 30’12”). 2008
Wat blijft van de op 87-jarige leeftijd in het Shostakovitch jaar 2006 overleden Galina Oestvolskaya. Ze was diens leerling. We hebben op z’n minst opnamen van haar werken gelukkig. En de documentaire die Reinbert de Leeuw en Cherry Duins van haar maakten. Elmer Schönberger noemde haar ooit ‘de vrouw met de hamer’ vanwege haar ongehoord Spartaanse stijl en de toonclusters plus de mokerslagen die ze op een vierkanten houten kist naast de vleugel uitdeelde.
In West-Europa heerste een ware cultus rond de componiste; haar modernistische tendensen maakten dat ze vanaf de jaren vijftig tot de val van het Sovjet regime slechts aan de periferie van het Russische muziekleven bestond.
De meeste stukken die Sabine Liebner speelt dateren uit de beginperiode van de componiste. De 12 Préludes zijn uit 1953 en verraden duidelijk de invloed van Shostakovitch’ 24 Préludes en fuga’s.
Iets van de geest van de karige late Scriabin vinden we terug in de Pianosonates nr. 3 en 4, die ook uit de jaren vijftig stammen. Pas in de vijfde en zesde sonate horen we de vertrouwde agressieve componiste. Deze werken ontstonden in 1986 en 1988. Nr. 5 bestaat uit 10 piepkleine deeltjes van minder dan twee minuten, terwijl nr. 6 juist ééndelig is en bestaat uit een 6’08” durend crescendo dat is opgebouwd uit een reeks dreunende clusters die slechts onderbroken zijn door verschrikkelijk lege stiltes.
Wat Sabine Liebner met deze muziek doet, dwingt het grootste respect af.