CD Recensies

OFFENBACH: GRANDE-DUCHESSE DE GÉROLSTEIN, LA, MINKOWSKI

Offenbach: La grande-duchesse de Gérolstein. Felicity Lott (ms., la grande duchesse), Sandrine Piau (s., Wanda), Yann Beuron (t., Fritz), François le Roux (b., général Boum) e.a. met Les musiciens du Louvre en –koor o.l.v. Marc Minkowski. Virgin 545.734-2 (2 cd’s, 2u. 24’16”). 2004

 

Naast Orphée en La vie parisienne vertegenwoordigt La grande-duchesse de Gérolstein uit 1867 het beste op opera buffa satiregebied van Offenbach, “de Mozart van de Champs-Elysées”. Ditmaal neemt hij het militarisme van het nog in die tijd ook nog niet verenigde Duitsland op de hak. In een partituur die is vervuld van pikante humor en die sprankelt op de best voorstelbare manier.

Van het werk bestaat zo’n tiental opnamen en dit is daarvan een der beste, vooral dankzij de grotendeels Franse bezetting. De enige is Felicity Lott, maar die is goed thuis in Frans repertoire en is hooguit misschien wat te zeer een grande dame in plaats van een jonge, aantrekkelijke jonge vrouw; ook haar dialogen klinken wat geforceerd. Maar in het duet ‘Dites-lui’ is ze briljant.

Ook verder is het vrijwel pure vreugde naar deze uitvoering te luisteren. Dat komt voor het belangrijkste deel neer op de vaart en verve die Minkowski in het spel brengt met pittige, veerkrachtige ritmen en heldere vormgeving. Bovendien horen we dankzij hem het werk onverkort in gerestaureerde, kritische versie van Christophe Keck; daar hebben we een meesterlijke finale van de tweede akte en een Méditation van de hertogin aan te danken.

Yann Beuron is een charmant-lyrische Fritz en François le Roux een ideale scherts generaal Boum. Sandrine Piau is een haast onalledaags markante Wanda.

Wie wat wil proeven van dit werk, zou eens kunnen luisteren naar het ‘chanson militaire’ Ah! C’est un fameux régiment en de koorbijdrage aan Le carillon de ma grand-mère.