Offenbach: Duo’s voor 2 celli in Bes op. 53/1, in a op. 53/2, in C op. 53/3, in E op. 54/2, in b op. 51/2, in C op. 52/3. Xavier Phillips en Anne Gastinel. La dolce volta LDV 71 (69’44”). 2019
Offenbach: Duo’s voor 2 celli op. 49 nr. 1-6 Cours méthodique de duos; op. 51 nr. 1-3 en op. 54 nr. 1-3. Andrea Noferini en Giovanni Sollima (Brilliant Classics 94475 (2 cd’s, 2u., 23’52”). 2013
Voor vrijwel ieder instrument bestaan stapels lesmateriaal. Dat bestaat vaak uit duo’s, waarbij de docent op het ene en de student op het tweede instrument speelt. Cellisten mogen dankbaar zijn dat Jacques Offenbach niet alleen Franse operettes componeerde, maar zelf een uitstekende cellist was dat aanzienlijk wat werken voor dit instrument schreef. Niet allen virtuoze solowerken maar ook drie bundels Duetten die evenmin niet zonder een zekere mate van virtuositeit kunnen, maar primair pedagogische doeleinden dienen.
De werken uit op. 49, op. 51 en op. 54 vormen samen een Cours méthodique de duos pour deux violoncelles. Op. 49 bestaat uit zes duo’s die ‘très faciles’ zijn, op 51 is van ‘moyenne force’ en op. 54 ‘très difficile’. Ieder duo heeft een paar delen (gewoonlijk drie) met een duur tussen 1 en 5 minuten tot zelfs bijna 14 minuten in op. 54.
Noferini noemt de Duetten ‘hypothetische hymnen’, ‘bergkoren’ ‘begrafenis optochten’ en ‘gebedsoproepen’. Brilliant CD 2 bevat de lastigst te spelen stukken. Het aardigst is dat deze werken, professioneel uitgevoerd zoal hier, best aangenaam zijn om passief naar te luisteren. Hooguit doen dan de herhalingen in het eerste deel wat overbodig aan.
Andrea Noferini en Giovanni Sollima spelen de Duo’s compleet, Xavier Phillips en Anne Gastinel maakten daar een selectie uit. Beide opnamen voldoen in hoge mate.