Offenbach: Danse bohémienne op. 28; Deux âmes au ciel op. 25; Introduction et Valse mélancolique; Rêverie au bord de la mer; La course en traineau; Duo voor 2 celli op. 54/3; ’Les larmes de Jacqueline’ uit Harmonies du bois op. 76; Tarantelle de Robert; ‘Barcarolle’ uit Les contes d’Hoffmann. Raphaela Gromes (vc) Wen-Sinn Yang (vc) en Julian Riem (p). Sony 190759-4308-2 (61’19”). 2018
Het heeft lang geduurd voordat de naam van Jaques Offenbach werd geassocieerd met cellocomposities. Toch vergaarde de als Jakob Offenbach in Keulen geboren componist zijn eerste roem als cellist. Op zesjarige leeftijd moet hij al een competent violistje zijn geweest en op zijn achtste begon hij te componeren en op zijn negende ging hij zich bekwamen op cello.
Toen hij veertien was verhuisde de familie naar Parijs en werd Jakob Jacques, zou naar het conservatorium gaan, maar wilde liever een baan als cellist. Hij trad op in salons, speelde ook in Londen waar hij ‘de Paganini van de cello’ werd genoemd.
Hij ging ook componeren voor cello en publiceerde zijn Celloduetten Cours méthodique de duos pour deux violoncelles nr. 1-6 op. 49-54 tussen 1839 en 1855. Daarin werd de moeilijkheidsgraad geleidelijk opgevoerd. Franz Danzi en David Popper hadden iets vergelijkbaars gedaan.
Maar er ontstonden heel wat meer cellocomposities van Offenbach. Afgezien van het Celloconcert in G, Concerto militaire, Hommage à Rossini en Introduction, prière et boléro op. 22 waren de nog ‘Deux âmes au ciel, introduction et valse mélancolique; Rêverie au bord de la mer; La course en traîneau’, Harmonies des bois, Op. 76 met de delen ‘Le soir’, ‘Élégie’, ‘La chanson de Berthe’ en ‘Les larmes de Jacqueline’ en Les chants du crépuscule met ‘Ballade’, ‘L’adieu’. ‘Le retour), ‘Pas villageois’, ‘Sérénade’ en ‘Souvenir du bal’.
De Münchense celliste Raphaela Gromes maakte een selectie uit deze deels lyrisch melodieuze, deels puur virtuoze stukken die ze samen met cellist Wen-Sinn Yang en pianist Julian Riem met veel toewijding, een gave, goed gevarieerde toonvorming, zorgend voor dynamisch en ritmisch raffinement voordraagt.
Toevallig verscheen vrijwel gelijktijdig de volledige, bijna 70 minuten durende Cours méthodique de duos pour deux violoncelles ook van Anne Gastinel en Xavier Phillips (La dolce volta LDV 71).