CD Recensies

OREFICE: CHOPIN

Orefice: Chopin. Steven Harrison (t., Chopin), Mariusz Godlewski (b., Elio), Ewa Vesin (s., Flora), Damian Konieczek (bs., Mnich), Evgeniya Kuznetsova (s., Stella), Gracjan Szymczak (piano), met het Ensemble van de Wroclaw opera o.l.v. Ewa Michnik. Dux DUX 0775/6 (2 cd’s, 1u. 29’10”). 2010
 
Giacomo Orefice (1865 - 1922) baseerde in 1901 zijn Chopinopera op verschillende fasen uit het leven van de componist en gebruikte de melodieën van zijn zijn pianowerken voor de aria’s en andere scènes naast wat eigen melodieën. De ouverture is gebaseerd op Chopins Fantasie over Poolse liederen, de eerste akte speelt in Polen en op Mallorca, de tweede in Parijs en de derde op Mallorca.
In de eerste akte is Chopin stervende. Zijn vriend Elio en zijn zus Stella zijn bij hem, Chopin herinnert zich momenten uit zijn leven. Zijn jeugd in Polen, daarna zijn optreden in Parijs salons, zijn tijd met George Sand (die niet voorkomt in het werk) op Mallorca en tenslotte terug waar het allemaal begon: aan Chopins sterfbed. Stella was Chopins eerste liefde en Ekio zijn mogelijk beste vriend.
Leidde dit gegeven en de uitwerking daarvan tot een onverwacht meesterwerk? Zeker niet. Net als bij de opera’s van Schubert is het gebruikte materiaal daarvoor te ondramatisch al komt daarin wel de vrijwel  onvermijdelijke Étude in E (‘Tristesse’ of ‘L’adieu’) voor.
Gelukkig wordt er heel mooi gezongen, vooral door Mariusz Godlewski als Elio en de verder competente bezetting. Opvallend is ook de rol van pianist Gracjan Szymczak. Het koor doet goed werk en de orkestbegeleiding is goed in orde. Maar veel meer dan een curiosum dat vooral Chopinbewonderaars moet interesseren, is het niet.
Misschien is het nog aardig eraan te herinneren, dat Falla in 1919 voor zijn onvoltooide opera Fuego fáto (vuurvlieg) ook muziek van Chopin gebruikte. Antonio Ros-Marbà dirigeerde daaruit een ruim een half uur durende selectie voor het cd album met vier schijfjes Almaviva DS 0121 uit 1976.