Orff: Prometheus. Josef Greindl, Heinz Cramer, Roland Hermann, Raili Kostia, Edda Moser, Kieth Engen met koor en orkest van de WDR Keulen o.l.v. Ferdinand Leitner. Arts 43007-2 (2 cd’s, 2u. 07’28”). 1972
Orff: Prometheus. Roland Hermann, Colette Lorand, Fritz Uhl, Josef Greindl, KIeth Engen het koor en orkest van de Beierse omroep o.l.v. Rafael Kubelik. Orfeo C 526.992 I (2 cd’s, 2u. 12’01”). 1975
Orffs Prometheus werd geschreven in 1968 en was het laatste werk van de componist in zijn trilogie Griekse drama’s. In tegenstelling tot de voorafgaande stukken Antigonae en Oedipus besloot de componist om de oorspronkelijke tekst in het Grieks te gebruiken. Het resultaat is een krachtig brok muziektheater waarin enerzijds is getracht om de geest van het Griekse klassieke theater op te roepen en anderzijds te zorgen voor een frisse, eigentijdse vorm die het publiek van nu aanspreekt.
Dus is deze Prometheus noch een opera, noch een oratorium, maar een individuele muzikale interpretatie van Aeschilus’ oorspronkelijke tragedie. Voor luisteraars die bekend zijn met de Carmina burana en misschien ook Catulli carmina biedt dit werk verrassingen. Afwezig zijn immers alle overdaad en grandeur; in plaats daarvan worden ze verplaatst in een kariger, droger muzikaal landschap. Afgewisseld door muzikale episodes (of mogelijk zelfs omgekeerd) komen we grote lappen tekst tegen die in een ongeveer Sprechstimme stijl worden gedeclameerd. Dat gebeurt in een oude, maar tevens heel moderne taal, met herinneringen aan Xenakis en Tavener.
Van een groot opera orkest is geen sprake, alles in gericht op de overgang van geluid in duidelijke noten en op de ritmische aspecten. Orffs orkestratie is ook weer hoogst persoonlijk met alleen blazers en contrabassen naast een grote slagwerkgroep.
Maar het werk heeft ook zijn zwakke kanten, zoals blijkt uit Kubeliks zaalopname, gemaakt in aanwezigheid van de componist. Het werk lijkt dan vlees noch vis, opera noch muziektheater ondanks de momenten die fascinerend mooi zijn. Of degenen gelijk hebben die dit Orffs beste en belangrijkste opus vinden.
Maar vooral de krachtige Roland Hermann in de titelrol en Kubelik zelf maken de uitvoering tot een waardevolle gebeurtenis. De drie jaar eerder gemaakte opname van Leitner, ook met Hermann als gekwelde Prometheus en de teksten uitstotende Josef Greindl als angstaanjagende Kratos en een haast gillende Colette Lorand, maakt eigenlijk toch een wat sterkere indruk. Alleen: Orfeo klinkt dan weer beter dan Arts……