Orff: Trionfi, trittico teatrale. Gundula Janowitz, Gerhard Stolze, Dietrich-Fischer-Dieskau, Arleen Auger, Wieslaw Ochman, Annelies Kupper, Elisabeth Lindermeier, Elisabeth Wiese-Langer, Richard Holm, Ratko Delorko, Kurt Böhme met resp. het Schöneberger jongenskoor en koor en orkest van de Duitse Opera Berlijn en koor en symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. Eugen Jochum. DG 449.977-2 (2 cd’s, 2u. 13’30”). 1952, 1954, 1955

Uit de eerste helft van de jaren vijftig vorige eeuw zijn drie pionier opnamen van Orff bijeengebracht met een van zijn beste interpreten – Eugen Jochum – aan het roer. Van de drie werken zijn ook afzonderlijke opnamen als alternatief, maar anders gekoppeld in omloop en dit is de beste manier om Catulli carmina en Trionfo di Afrodite in handen te krijgen.

Een bindende factor tussen de drie composities vormt hun Latijnse tekst. In Catulli carmina worden teksten van de Romeinse dichter Catullus gebruikt, in Trionfi diverse teksten, dus niet alleen van Catullus, maar ook van Sappho en Euripides.

Wie het primair om de Carmina burana te doen is, kan nog beter kiezen voor Jochums latere opname uit 1963 maar voor het overige brengen solisten, koren en orkesten de oorspronkelijkheid en zelfs vaak de schoonheid van deze composities ideaal in de huiskamer. De oude mono-opnamen klinken nog verrassend fris. Het begeleidende boekje beval helaas slechts een samenvattende toelichting, maar geen gezongen teksten.