Parry: Symfonie nr. 1 in C; Concertstück in g. Londens filharmonisch orkest o.l.v. Matthias Bamert. Chandos CHAN 9062 (52’51”). 1992
Parry: Symfonie nr. 2 in F ‘Cambridge’; Symfonische variaties in E. Londens filharmonisch orkest o.l.v. Matthias Bamert. Chandos CHAN 8961 (51’59”). 1991
Parry: Symfonieën nr. 3 in C ‘English’ en 4 in e. Londens filharmonisch orkest o.l.v. Matthias Bamert. Chandos CHAN 8896 (76’16”). 1990
Parry: Symfonie nr. 5 in b; From death to life; Elegie voor Brahms in a. Londens filharmonisch orkest o.l.v. Matthias Bamert. Chandos CHAN 8955 (57’04”). 1991
Hubert Parry (1848-1918) werd geboren in een Europees revolutiejaar en stierf toen W.O.I ten einde liep. Zijn positie als directeur van het Royal College of Music van 1895 tot zijn dood en als professor voor muziek in Oxford van 1900-1908, maar ook zijn compositie van het populaire Engelse ‘alternatieve volkslied Jerusalem zouden hem tot lid van de gevestigde orde bestempelen.
Toch blijkt de herwaardering door critici en een aantal waardevolle opnamen van zijn diverse werken dat Parry in filosofisch en musicologisch opzicht een veel complexere persoonlijkheid is dan zijn imago suggereert. Hoewel enigszins schatplichtig aan onder meer Schumann gaat het bij de vijf symfonieën best om baanbrekende werken. Nummer 1 dateert uit 1882 en valt op als een bijzondere prestatie omdat het werk barstensvol jeugdig enthousiasme is en vol eenvoudige melodieën zit die in dit geval nog meer aan Mendelssohn dan aan Schumann herinneren. De beste van de overige vier is de cyclische nummer 5 die in 1912 voor het eerst klonk. Een werk vol vurige romantiek, in dit geval beïnvloed door Brahms. De ondertitels van de vier onderling verbonden delen ‘spanning’, ‘liefde’, ‘spel’ en ‘nu’ suggereren een exploratie van de condition humaine.
Als groep bereiken Parry’s vij symfonieën dan misschien niet de juichende hoogte van Elgars drietal of de humanistische ernst van de negen symfonieën van Vaughan Williams, maar dat neemt niet weg dat er veel te genieten valt.
Tot zijn overige orkestwerken behoren de dramatische Symfonische variaties uit 1897 die ook bekend zijn geworden dankzij Erich Korngold die motieven hieruit gebruikte in de filmmuziek van The private lives of Elizabeth and Essex. Het Concertstück werd pas in 1981 voor het eerst uitgevoerd omdat het manuscript onvolledig was en pas later ‘concertklaar’ werd gemaakt. Het werk was een gevolg van een bezoek aan de Londense optredens van Wagner. From death lo life is een symfonisch gedicht uit 1914 waarin stijlen uit de ‘lichte’ muziek uit die tijd een rol spelen. De dood van Brahms heeft Parry zeer geschokt. Hij legde al zijn andere wek terzijde en begon aan de Elegy for Brahms met verwijzingen naar composities van Brahms. Dit werk werd pas postuum in 1918 door Stanford uitgevoerd.
Op dit drietal heel mooi opgenomen cd’s. Bamert weet steeds de totaalstructuur zowel als de onderlinge thematische relaties goed duidelijk te maken. De orkestklank is aangenaam warm en de opname bezit een mooie graad van natuurlijke ruimtelijkheid.
Wie enthousiast geworden meer van Parry wil horen, zou eens het Nonet (door Capricorn op Hyperion CDH 55061), Psalm 122 I was glad (Hill op Decca 470.378-2) en het oratorium Job (Wetton op Hyperion CDA 67025) moeten proberen.