CD Recensies

POULENC: DIALOGUES DES CARMÉLITES

Poulenc: Dialogue des carmélites. Cathérine Dubosc (s), Rachel Yakar (s), Rita Gorr (ms), Brigitte Fournier (s), Martine Dupuy (ms), José van Dam (b), Jean-Luc Viala (t), Michel Sénéchal (t) met het Ensemble van de Opéra Lyon o.l.v. Kent Nagano. Virgin 358.657-2 (2 cd’s, 2u. 32’12”). 1992

 

Toen het bestuur van de Milanese Scala in 1953 Poulenc de opdracht gaf voor een ballet, koos hij in  plaats daarvan voor een opera. Met het resultaat, Dialogue des Carmélites, schiep hij een drama dat tot aan de wortels van spirituele wreedheid graaft en om genade smeekt. Typisch een werk voor het donkere, sombere midden van de twintigste eeuw.

De laatste scène, waarin de karmelietessennonnen van Compiègne, uiteindelijk vergezeld door de bange zuster Blanche, één voor één naar de guillotine gaan onder het zingen van Salve regina is ongeëvenaard. 

De stijgende kleine tertsen die de wreedheden signaleren en het terrorisme van de Franse Revolutie in het hele werk worden overwonnen door een traditionele Rooms Katholieke hymne.

Poulenc vond zijn libretto in een toneelstuk van Georges Bernanos, naar een roman van een jonge Duitse non die zich aangetrokken voelde tot het martelaarschap van de karmelietessenzusters tijdens de revolutie, geschreven door de enige overlevende, Mère Marie. Toen Bernanos dit stuk schreef, was hij stervende, net als Poulencs geliefde toen hij deze gruwelijke scène componeerde: de dood van de oude priores. ‘Je zult zien hoe angstaanjagend het is. Als ik het speel, zul je huilen en huilen’, schreef hij aan een vriend. We kunnen slechts gissen wat dit met de componist zelf deed.

Het gaat om een der weinige sinds Wozzeck geschreven opera’s die repertoire hielden

Van deze opera bestaan diverse mooie opnamen. Van Pierre Dervaux (EMI 562.751-2) en een Engelstalige versie van Paul Daniel (Chandos CHAN 3144). Maar het is de uitgave van Nagano die het pleit wint.

Als stervende priores Madame de Croissy laat Rita Gorr zelfs het meest versteende hart smelten. Bijna elk woord van dat Cathérine Dubosc als zuster Blanche de la Force in de beste Franse traditie zingt, is een uiting van vrees en innerlijke kwelling. Deze vrees schuilt ook in de koptoon van chevalier de la Force Jean-Luc Viala wanneer hij zijn zus voor de laatste keer in de woonkamer van het klooster confronteert. Verder treffen de terughoudendheid van Rachel Yakar als Madame Lidoineen de vlotte charme van Brigitte Fournier als Constance. Als Mère Marie straalt Martine Dupuy gezag uit.

Kent Nagano levert met het orkest een zeer geëngageerde begeleiding. Mooi is ook dat het werk in zijn hele volledigheid wordt uitgevoerd.