CD Recensies

POULENC: VOIX HUMAINE, LA

Poulenc: Voix humaine, La. Anon.: Le bel indifférent. Denise Duval (s) met het Orkest van de Opéra comique o.l.v. Georges Prêtre c.q. Édith Piaf (spr.). EMI 769.696-2 (69’11”). 1959/53

 

Poulencs muziekuitgever stelde in de late jaren 1950 het idee voor om Jean Cocteau’s monoloog La voix humaine om te zetten in operavorm. Poulenc was daardoor geïntrigeerd en meteen ook daarin geïnteresseerd. Cocteau en hij kenden elkaar al bijna veertig jaar vanaf het moment dat de auteur door de componistengroep Les six was aangenomen als artistiek adviseur met de algemene culturele horzelfunctie. Cocteau had het scenario voor hun gezamenlijke ballet Les mariés de la Tour Eiffel en de tekst van enkele vroege Mélodies van Poulenc geschreven. 

‘Een man van liederen in elke vorm’, zo omschreef Poulenc zichzelf voor een vriend. Hij was ook een emotioneel iemand en zijn liefdesrelaties met mannen brachten hem meer verdriet en pijn dan ware verbondenheid.

Toen hij aan La voix humaine begon, was Poulenc onvrijwillig gescheiden van zijn geliefde Lucien en het is duidelijk dat hij zich volledig met zijn heldin identificeerde; zij wordt vernederd door haar onzichtbare en onhoorbare geliefde aan de andere kant van de bovendien steeds onderbroken telefoonlijn.

Aan het orkest worden de melodieën gegeven die soms te zoet zijn om aan te horen en die op deze manier de uiteenvallende liefdesaffaire ironisch van commentaar voorzien.

Het vocale deel is als arioso vormgegeven met heel korte melodische vormen. In deze periode was Poulenc al een meester in prosodie en elk woord is kristalhelder, terwijl het orkest voor een gekwetste ziel ter beschikking staat.

Niemand beter dan Denise Duval zet door de eenzijdige conversatie een hartverscheurende koers uit. Ze is afwisselend hartstochtelijk, boos, zelf vermanend, ironisch en overspoeld door wanhoop. Van voordeel is dat Georges Prêtre hier de dirigent is. Dat was hij ook bij de première in februari 1959; hij begrijpt de ‘menselijke stem’ volkomen.

Andere opnamen van Julia Migenes (Warner 2564-60680-2) en Felicity Lott (Harmonia Mundi HMC 90.1759) blijven hiermee vergeleken net wat achter op essentiële punten.