CD Recensies

PROKOFIEV: SCYTHISCHE SUITE; SYMFONIEËN NR. 3 EN 5, ALSOP, LITTON

Prokofiev: Symfonie nr. 3 in c op. 44; Scythische suite op. 20; Herfst op. 8. São Paulo symfonie orkest o.l.v. Marin Alsop. Naxos 8.573452 (61’27”). 2014

 

Prokofiev: Symfonie nr. 5 in Bes op. 100; Scythische suite op. 20. Bergen filharmonisch orkest o.l.v. Andrew Litton. BIS SACD 2124 (67’00”). 2014

 

Zowel Marin Alsop als Andrew Litton zijn bezig met een volledige cyclus orkestwerken van Prokofiev. Van Alsop verschenen eerder de symfonieën nr. 1 en 2 plus Dromen op. 6 (Naxos 8.573353) en 5 plus Het jaar 1941 (Naxos 8.573029), van Litton nr. 6 met de Suites Lt. Kijé en Liefde der drie sinaasappelen (BIS SACD 1994) de Pianoconcerten nr. 2 en 3 plus de Pianosonate nr. 2 met Freddy Kempf (BIS SACD 1820), Suites uit Romeo en Julia (BIS SACD 1301) en het Celloconcert met het Symfonie concert met Alban Gerhardt (Hyperion CDA 67705).

Gemeenschappelijke noemer op beide cd’s is de Scythische Suite. Alsop geeft deze met het nodige gevoel en veerkrachtig weer, maar is niet fel en heftig genoeg in vergelijking met Gergiev (Philips 473.600-2), Abbado (DG 447.419-2), Järvi (Chandos CHAN 8584) en Dorati (Mercury 432.753-2). Bij alle zorg voor helderheid en detail klinkt de interpretatie van Litton evenmin aardgeboden genoeg.

Van de minder bekende Symfonie nr. 3 met zijn Vurige Engel citaten geeft Alsop een vrij globale lezing die de vergelijking met Karabits (Onyx ONYX 4137) en Kuchar met het idiomatisch nabijere Oekrainse orkest (Naxos 8.553054) niet heelhuids kan doorstaan.

Ook Litton heeft het moeilijk met de bekendere Vijfde, die bij hem redelijk, maar niet geweldig uit de verf komt (het tweede deel is vrij zwak) waar Karajan (DG 437.253-2), Jansons (Chandos CHAN 8576) en Gergiev (Philips 475.7655) net wat betere papieren hebben.