Pierné: La marche des petits soldats de plomb; Pianoconcert in c op. 12; Divertissement sur un thème pastoral op. 49; Ramuntcho suites nr. 1 en 2. Jean-Efflam Bavouzet met het BBC filharmonisch orkest o.l.v. Juanjo Mena. Chandos CHAN 10633 (67’23”). 2010
Pierné: Les cathédrales, paysages franciscains op. 43; Poème symphonique op. 37; Fantaisie-ballet op. 6; Scherzo-caprice op. 25; Étude de concert op. 13; Nocturne en forme de valse op. 40/2. Jean-Efflam Bavouzet (p) met het BBC filharmonisch orkest o.l.v. Juanjo Mena. Chandos CHAN10871 (72’58”). 2014
Wie nog het staartje van de 78t. tijd heeft meegemaakt, herinnert zich vast dat de Mars van de tinnen soldaatjes van Gabriel Pierné (1863-1937) een populair item was. Met een luchthartig begin en een elfachtig slot is dit een mooi begin van het programma. Het Pianoconcert heeft heel logisch meer substantie; het herinnert nogal aan het tweede concert van Saint-Saëns maar bezit een heel eigen tinteling. Vooral het scherzando is kostelijk, maar ook de finale is erg aardig frivool. Bavouzet met zijn verfijnde smaak en techniek toont zich hier de ideale solisten die precies geeft wat het werk nodig heeft.
Ook werken als het Fantaisie-ballet en de Berceuse vertonen de eenvoudige charme van de Franse muziek uit de jaren 1880. Aan het begin van de twintigste eeuw kreeg de muziek van Pierné meer dieptewerking, zoals blijkt uit Les cathédrales (1915, een trieste herinnering aan W.O. I) en Les paysages (1919), een luchtiger impressie.
Dat doet hij eveneens op de nieuwere cd in het Poème, de Fantaisie en het Scherzo. Hier krijgt hij goede assistentie van het orkest, in beide laatste stukken op deze cd bewijst hij aan zichzelf overgelaten hoe juist hij deze werken op waarde schat.
Voor iedereen die de latere Franse muziek een warm hart toedraagt en die in het bijzonder is gesteld op Gallische gratie en elegantie is dit een tweetal welkome opnamen dat nauwelijks concurrentie heft. En Chandos lijkt meer te beloven aan Pierné repertoire.
Wie de smaak voor Pierné te pakken heeft, kunnen de opnamen van de cellosonate door Lidström (Hyperion CDA 66979) en van een stel pianowerken door Laurent Wagschal (Timpani 1178) aantrekkelijk zijn. De vioolsonate is er van Gaston Poulet (Arion ARN 63610) en de Variations, libres et finale voor fluit, viool, altviool, cello en harp van het Nederlands harpensemble (Et’cetera KTC 1021).
Veelal gaat het om virtuoze, maar ook lichtelijk geheimzinnige werken met een virtuoos stempel, halverwege romantiek en impressionisme.