CD Recensies

PENDERECKI: KOORWERKEN (COMPLEET)

Penderecki: Magnificat; Sicut locutus est; Stabat Mater; Cherubijnse hymne ‘‘Pieśń cherubinów’; Veni Creator; ‘Ut quid, Domine’, ‘Miserere’ en In pulverem’uit Lukaspassie; Sanctus; Benedictus; Benedicamus Domino; Benedictum Dominum; ‘De profundus; uit 7 Poorten van Jerusalem. Pools kamerkoor o.l.v. Jan Lukaszewski. Dux DBX 0694 (57’41”). 2008

 

Penderecki: Missa brevis; Psalm 129 ‘Uit de diepte roep ik tot U, Heer’; Utrenja II ‘Wederopstanding; (ged.); Kaddisj; O gloriosa virginum; Uit de Psalmen Davids. Krzystof Stachowski (bs) met het Pools kamerkoor en Krakau filharmonisch orkest o.l.v. Jan Lukaszewski. Dux DBX 0964 (43’07”). 2013

 

Penderecki: Veni Creator; In pulverem mortis; De profundis; Miserere; Benedictus; Stabat Mater; Cherubijnse hymne ‘Pieśń cherubinów’; Agnus Dei; Benediciamus Domino. Nederlands kamerkoor o.l.v. Tonu Kaljuste. Globe GLO 5207 (47’27”). 2001

 

Penderecki: Stabat Mater; Miserere; In pulverem mortis; Magnificat ‘Sicut locus est’; Agnus Dei; Cherubijnse hymne ‘‘Pieśń cherubinów’; Veni Creator; Benedictus. Tapiola kamerkoor o.l.v. Juha Kuivanen. Finlandia 4509-98999-2, Warner 8573-88433-2 (51’31”). 1993

 

Wie de moeite neemt om de koorwerken van Penderecki in chronologische volgorde door te hemen, zal een geleidelijk grote stilistische verandering vaststellen.

Dat gaat van zijn vroegste koorwerk, De Psalmen Davids (1958) met hun fele, door slagwerk aangedreven heftigheid en de gedeelten uit de Lukas passie (1962) voor drie gemengde koren met zowel gesproken uitingen als met krachtige grote koorblokken tot de Missa brevis (2012). Het ‘Sicut locatus’ uit het Magnificat (1974) is nog in dezelfde geest, maar het prachtige, klaaglijke Agbus Dei (voor zesstemmig gemengd koor) is van een andere, wat meer romantische orde met een angstige, dissonante climax.

De nieuwe, ongebonderer meer vrij romantische stijl bereikt een climax in de krachtige en vaak serafische Cherubijnse hymne ‘Pieśń cherubinów’ (1986) met zijn milde afsluitende ‘Alleluia’s’. Het is een van Penderecki’s mooiste composities.

Maar in Veni Creator (1987) keerde de componist terug tot gesproken gemurmel met tussenwerpsels, gevolgd door een gepassioneerde bevestiging voordat het werk eindigt me een etherisch ‘amen’.

In 1992 wordt in het Benedictus Domine voor vijfstemmig mannenkoor teruggeblikt op organum en het Benedictus is gebaseerd op de tekst van een Middeleeuwse Sanctus stijlfiguur die is verbonden met liturgisch gezang, maar dan wat is geromantiseerd en voor onze tijd geschikt gemaakt.

De meest recente werken klinken conventioneler van stijl. Het Sanctus voor vrouwenkoor heeft een tradionele vorm. De Missa brevis, die wordt beschouwd als een a cappella meesterwerk is vervuld van neoklassieke mildheid via de formelere kant van Utrenja. Zo wordt zijdelings teruggekeken naar de Renaissance.

Het Tapiola koor zing gepassioneerd en zuiver met een prachtige kleurmenging en met heldere melodielijnen in een sfeervolle, duidelijkheid niet in de weg staande akoestiek.  

Maar het Nederlands kamerkoor doet daar zeker niet voor onder en zingt met een bewonderenswaardige gespierde plooibaarheid die het Poolse koor niet geheel opbrengt. De eerste cd van Lukaszewski is interpretatief duidelijk beter dan de tweede. Maar het is goed dat hij voor een volledige opname zorgde.