Puumala: Anna Liisa. Helena Juntunen (s., Anna-Liisa), Jorma Hynninen (b., Kortesuo), Tanja Kauppinen, s., Riika), Viile Rusanen (b., Mikko), Sanna Kurki-Suonio (Husso), Juha Hostikka (t., Johannes), Anu Hostikka (s., Pirkko) en Jouni Kokora (bs., dominee) met Tapiola Sinfonietta en het kamerkoor Helsinki o.l.v. Jan Söderblom. Ondine ODE 1254 (2 cd’s, 2u. 19’06”). 2014

Het onderwerp van deze opera van Veli-Matti Puumala (1965), compositieleraar aan de Sibelius Akademie, gebaseerd op een Fins toneelstuk van de feministische activiste Minna Canth uit 2008 over de tragiek van de protagoniste Anna Lissa die te maken heeft met de morele normen uit haar tijd enerzijds en haar geweten anderzijds. Tot op zekere hoogte is het gegeven verwant met Strindbergs Freule Julie en Janáčeks Jenufa. 

Anna-Liisa staat onder druk van haar moeder en de boerenknecht Mikko plus diens moeder Husso (een volkszanger) nadat ze na een affaire met een boerenknecht een kind kreeg om met deze te trouwen en niet met de door haar verkoren, hoger op de sociale ladder staande Johannes. In plaats daarvan bekend ze haar zonde en gaat ze naar de gevangenis.

De daarbij behorende muziek wordt gekenmerkt door een botsing tussen intense, energieke momenten en breder beschouwelijke passages op een andere tijdschaal. Dat gebeurt (helaas?) op twaalftoons klanken à la Berg.

De componist maakte er een knap geconstrueerd werk bvan met duidelijke karaktertekeningen. Vooral Anna-Liisa heeft en zware rol tegenover haar vader en haar beide minnaars, maar Helena Juntunen maakt daar iets heel moois van, emotioneel geladen, maar ook prachtig zingend. Gelukkig zijn ook de andere rollen goed bezet met vooral veel waardering voor de vaderrol van Jorma Hynninen.

Gelukkig bevat het begeleidende boekje veel nuttige informatie en een wat al te letterlijke vertaling van de gezongen teksten.