Paisiello: Fedra. Raffaella Milanesi (s., Fedra), Artavazd Sargsyan (b., Teseo), Anna Maria dell‘ Oste (ms. Aricia), Esther Andaloro (s., Diana), Sonia Fortunato (ms., Tisifone), Salvatore d’Agata (t., Mercurio), Giuseppe lo Turco (t., Plutone) met het Ensemble van het Teatro massimo Bellini di Cantania o.l.v. Jérôme Correas. Dynamic (2 cd’s, 1u. 58’37”). 2016
Bij gelegenheid van de herdenking van Giovanni Paisiello’s tweehonderdste sterfdag 5 juni 2016 verscheen deze van zijn opera Fedra. Het is slechts een van zijn ongeveer honderd opera’s. Een deel daarvan componeerde deze tijdgenoot van Mozart voor Catharina de Grote aan wier hof hij sinds 1776 diende.
Maar Fedra was in 1788 voor de hofkapel van Ferdinand I in Napels bestemd. Het werk op libretto van Salvioni moest voor deze eerste volledige opname aan de hand van diverse manuscripten worden gereconstrueerd.
Er bestond al een oudere Milanese radio opname van Angelo Questa uit 1988 (Nuova Era 2271/2), maar de nieuwe is niet alleen vollediger. Maat ook muziekhistorisch verantwoorder en over de hele linie beter.
Phaedra is in de Griekse mythologie een dochter van Minos van Kreta en een jongere zus van Ariadne. Ze trouwt met Theseus en gaat naar Athene, wordt verliefd op diens zoon Hippolytus en als die niet op haar avances ingaat, pleegt ze zelfmoord.
Salvioni pikte hieruit alleen het verhaal van Hippolytus en Aricia dat Traetta in zijn Ippolito ed Aricia al eerder had behandeld (Golub, Dynamic CDS 257/1-4) en dat ook bekend is uit Rameau’s Hippolyte et Aricie uit 1733 (Minkowski, Archiv 445.853-2).
Maar het resultaat is wel erg ver uit de buurt geraakt van Euripides en Racine, want uit niets van de muziek blijkt dat het om een tragedie gaat. Niet alleen is de muziek vrij lichthartig,ook de recitatieven en aria’s geven slechts af en toe de indruk van doem en drama.
Wat niet wegneemt dat de ontmoeting tussen Theseus en Pluto in de Hades aan het eind van de eerste akte een hoogtepunt is. Ook het koor weert zich mooi in de onderwereld scènes. Verder wordt over de hele linie goed en stijlvol gezongen, terwijl ook het orkestaandeel inspirerend is.
Voor wie de Paisiello smaak eenmaal te pakken heeft: van diens vele opera’s verschenen ook volledige opnamen van Il barbiere di Siviglia (Fasano, Walhall WLCD 0282), Il divertimento dei numi (Piva, Bongiovanni GB 2321-2), Don Chisciotte della Mancia (Morandi, Nuova Era 6994/5), Il mondo della luna (Neri, Bongiovanni GB 2173/4-2), Prosepine (Carella, Dynamic CDS 442/1-2) en La serva padrone (Cremonesi, Zig-Zag territoires ZZT 0701/2). En van zijn waarschijnlijk bekendste opera Nina, o sia la pazza per amore staat op dvd een uitgave ter beschikking met in de titelrol Cecilia Bartoli en Adam Fischer als dirigent (Art Haus 100.366) en op cd o.a. met Bonynge (Nuova Era 6872/3).