Pärt: Kanon pokajanen. Cappella Amsterdam o.l.v. Daniel Reuss. Harmonia Mundi HMC 90.5274 (59’ ). 2016
Van de elfdelige, ruim een uur en twintig minuten durende Kanon pokajanen (Canon of repentance ) van Arvo Pärt verschenen tenminste twee eerdere opnamen: een heel mooie van het Ests filharmonisch koor o.l.v. Tonu Kaljuste (ECM 457.834-2, 2 cd’s) en een goede van Aquarius o.l.v. Marc Michael de Smet (Jade 699.803-2, 2 cd’s).
Of de componist sinds 1998 het werk herzag wodt niet nader uitgelegd, maar hier krijgen we wel de essentie, maar het het complete werk te horen. Het gaat maar om zes van de acht Odes, namelijk de nrs. I, III, IV, VI, VIII en IX, Kontakton, Ikos en het Gebed na de kanon. Of was het een materiële overweging om die delen te schrappen en zo een tweede cd te besparen?
Dit werk van berouw werd in 1998 geschreven voor de viering van het 750-jarige bestaan van de Keulse dom en de structuur is gebaseerd op ‘het woord’.
Na een vrolijke viering van de overwinning van de Israëlieten op de farao, verduistert de sfeer van het werk in de sfeer van brouw en klacht.
Globaal is de typisch Pärtaanse tintinnabulerende stijl herkenbaar, maar dan op grotere schaal in omvangrijker segmenten, breder gespreid.
De helaas bedreigde Amsterdamse Cappella zingt dit mooie huwelijk van tekst en muziek om te beginnen innig en spiritueel, maar minstens zo belangrijk ook stralend en met vervoering. Met zo’n 25 leden is bezetting wat kleiner en klinkt het werk intiemer dan door het koor uit Estland, dat echter voor de volledige realisatie favoriet blijft. Maar wie genoeg heeft aan een verkorte versie hoeft niet te aarzelen bij de Cappella.